Feiten meningen argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Feiten, meningen, argumenten

Wat weet je al over een mening/feit/argument.

Leerdoelen deze les:

• Je weet wat een feit is;
• Je weet wat een mening is;
• Je weet wat een argument is; 
• Je leert de signaalwoorden kennen die horen bij een argument.

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school. 

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Een mening:

• Wat iemand ergens van vindt.
• Het is niet controleerbaar. Je kunt het eens of oneens zijn. 

Mening

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts. 

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Een feit:

• Uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
• Het is controleerbaar. Je kunt het opzoeken.

Feit 

Staat hier een feit, mening of argument?

 Omdat ik een fijne klas heb, ga ik graag naar school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Een argument:

• Reden: waarom je iets vindt.
• Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen om overtuigend te zijn:

Je gebruikt hiervoor de signaalwoorden: Omdat, want, daarom en namelijk.

Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Lessen op school vind ik leuker dan thuis

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Sporten is het leukste dat er is

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik zit in klas EM1A-XL.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Noteer een mening.

Noteer een argument bij je mening.

Noteer een feit.

Doel: overtuigen

Verschillende situaties