THEO Les Klassieke massage
1 / 33
Lesduur is: 135 minIntroductie
Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.
Instructies
De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Gezichtsmassage hoort het decollete, hals en gelaat. Je zet minder kracht dan bij lichaamsmassage.
- Huid is dunner en kwetsbaar.
- Mimische spieren zijn minder stevig en minder goed apart op te pakken. en doormiddel van dunne pezen aan bindweefsel van de huid verbonden.
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Een massage is opgebouwd uit verschillende grepen. De grepen hebben een directe of indirecte effecten.
Slide 13 - Tekstslide
Elke handgreep werkt direct op de sensibele zenuwuiteinden, de bloed- en lymfevaten en huid- en spierweefsel. Door wrijving, druk en rek ontstaan mechanische prikkels die een direct effect hebben .
Slide 14 - Tekstslide
Door de primaire effecten ontstaan secundaire effecten.
Bijvoorbeeld: door de prikkeling van het weefsel kunnen de bloedvaatjes reageren door open te gaan staan (er ontstaat nog betere doorbloeding en daarmee een betere stofwisseling).
Slide 15 - Tekstslide
Een massagegreep veroorzaakt een prikkeling van de sensibele zenuwuiteinde in het weefsel. Deze prikkeling gaat via een sensibele zenuwbaan naar het centraal zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel stuurt via een motorische baan een boodschap terug naar het weefsel. De bindweefselcellen, klieren, bloedvaten en spieren reageren hierop. De indirecte reactie op een massageprikkel noemen we reflectorisch effect van massage
Slide 16 - Tekstslide
In de huid en het onderhuids bindweefsel wordt de vorming van chemische stoffen opgewekt die een verwijdende werking hebben op de bloedvaten. De stofwisseling in het weefsel neemt toe en de weefselhormonen acetylcholine en histamine komen vrij. De huid krijgt een rode kleur als gevolg van de volgende reacties.
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Het prikkelen van de zenuwuiteinden in de huid heeft invloed op de psyche. Als de cliënt de massage prettig vindt, leid dit tot ontspanning. Wel afhankelijk van de omstandigheden. Client niet te koud, goed liggen en goed ontspannen. Je kunt de massage aanpassen aan de gemoedtoestand.
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
1. je handgrepen en volgorde pas je aan aan het doel van je massage
2. Richting lengte in ontspannend en dwars werkt stimulerend
3. zacht ontspannend, hard stimulerend.
4. kort, snelle grepen stimulerend, langzame ontspannend.
5. 20-25 minuten
6. niet te snel in huid trekken, voorkomen huidverschuivingen. Meestal massage creme (w/O emulsie)
7. creeer een rustige sfeer
8. slecht doorbloede huid -> activerende massage, rode huid -> kalmerende massage
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat kun je het beste verbeteren dmv een massage?
A
doorbloeding
B
huidweerstand
C
spierspanning
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom gebruik je massageolie?
A
Om de huid te voeden
B
Om huidverschuivingen te voorkomen
C
Om je tastgevoel te verbeteren
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer mag je GEEN massage uitvoeren?
A
verslapte huid
B
slecht doorbloede huid
C
koortsblaasjes
D
vochtarme huid
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar richt de massage zich vooral op?
A
De gevoeligheid van de huid
B
Verbetering van de huidfuncties
C
Hydratatie van de huid
D
Het voeden van de huid
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer mag je de huid WEL masseren?
A
Beschadigde huid
B
Huid met actieve acne
C
Slecht doorbloede huid
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Directe/primaire effecten
Indirecte/secundaire effecten
Loslaten van dode opperhuidcellen
Warmteontwikkeling
Losmaken van talgophopingen
Vermeerdering van het aantal mestcellen
Prikkeling van sensibele zenuwuiteinden
Reflectorische effecten
Biochemische effecten
Psychische effecten
ontspanning van verkrampte spieren
Histamine en Acetylcholine
Prikkeling van glad spierweefsel
de omgeving
Slide 30 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Histamine
Acetylcholine
Vlekkerige roodheid
Egale roodheid
signalen worden van de zenuw op de spier overgebracht
De mestcellen in het bindweefsel maken een te hoge productie van dit weefselhormoon aan.
Vergroten van de doorlaatbaarheid van de bloedvaatwanden
Slide 31 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat neem je mee uit de les over de massage?
Slide 33 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
