Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
LV + woordgeslacht 1M - 11-3-2021
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie ben ik?
Truike Maertens
Slide 2 - Tekstslide
Vertel kort iets over jezelf!
talent
woonplaats
hobby's
familie
sport
karakter
leeftijd
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen vandaag
weten hoe je een lijdend voorwerp in een zin moet vinden
een lijdend voorwerp in een zin kunnen vinden
weten hoe je het woordgeslacht (m, v, o) kan opzoeken
deze/die en dit/dat juist kunnen gebruiken bij de- en het-woorden in zinnen
Slide 4 - Tekstslide
Je weet al
hoe je de persoonsvorm (en wwg) kunt vinden (tijdproef/vraagproef)
hoe je de zin moet verdelen in zinsdelen
hoe je het onderwerp kunt vinden (wie/wat + persoonsvorm)
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vind je nu het
LV
?
Wie/wat
+
persoonsvorm
+
onderwerp
= LV
Voorbeeld:
Ik
pak
een boek
O
PV
Wie/wat pak ik? =
een boek
LV
Slide 6 - Tekstslide
Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp
Slide 7 - Sleepvraag
Maak een zin met:
O + PV
Slide 8 - Open vraag
Maak een zin met:
O + PV + LV
Slide 9 - Open vraag
Klopt dit?
In een zin zit altijd een lijdend voorwerp.
A
nee
B
ja
Slide 10 - Quizvraag
Klopt dit?
Een lijdend voorwerp begint
nooit
met een voorzetsel (op, in, aan, met, voor, ...)
A
nee
B
ja
Slide 11 - Quizvraag
Klopt dit?
Er staat altijd maar 1 LV in een enkelvoudige zin.
A
nee
B
ja
Slide 12 - Quizvraag
er is maar 1 LV per enkelvoudige zin
LV begint
nooi
t met een voorzetsel!
Wie/wat + pv (wwg) + onderwerp = LV
Slide 13 - Tekstslide
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
gaf
B
de postbode
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 14 - Quizvraag
Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Laura
B
haar huiswerk
C
toch
D
heeft gemaakt
Slide 15 - Quizvraag
Hebben | jullie buren | ook | een dure vakantie | geboekt | via die site?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
jullie buren
B
via die site
C
een dure vakantie
D
hebben geboekt
Slide 16 - Quizvraag
Oefenen
Maak de opdrachten over LV (hoofdstuk 4) af in Noordhoff
OF:
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-lijdend-voorwerp/#
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-lijdend-voorwerp/
https://maken.wikiwijs.nl/117671#!page-4003380
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Woordgeslacht
Zelfstandige naamwoorden: fiets, boom, huis, ...
Mannelijk (de), vrouwelijk (de) of onzijdig (het)
Mannelijk of vrouwelijk heeft meestal niets te maken met de betekenis van het woord!
Opzoeken in het woordenboek
Pak je woordenboek erbij of ga naar woorden
.org
Blader naar het goede woord of zoek het woord via de zoekbalk
Kijk naar de
letter
die achter het woord staat: dat is het woordgeslacht
de --> m
= mannelijk
de --> v
= vrouwelijk
het --> o
= onzijdig
Slide 19 - Tekstslide
Verwijswoorden
Als je het woordgeslacht weet, kun je het juiste verwijswoord kiezen!
Mannelijk = de deze / die
Vrouwelijk = de deze / die
Onzijdig = het dit / dat
Voorbeelden:
1. Meisje (o)
Het
meisje
dat
daar loopt, is mijn beste vriendin.
2. Pen (v)
De
pen
die
ik laatst zocht, heb ik teruggevonden.
3. Laptop (m)
Deze
laptop
is stuk.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is het woordgeslacht?
k
o
p.te.le.foon
(de; m; meervoud:
koptelefoons
)
1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig
Slide 21 - Quizvraag
Kies het goede verwijswoord!
... klasgenootje heeft gespijbeld.
A
Deze
B
Dit
Slide 22 - Quizvraag
Het jongetje .... zijn knuffel kwijt was, kon niet slapen.
A
dat
B
dit
C
die
D
deze
Slide 23 - Quizvraag
Kies het goede verwijswoord!
De oplader ... ik laatst kocht, is stuk.
A
die
B
dat
Slide 24 - Quizvraag
Welke zin is correct?
A
We gingen een film kijken die zij niet leuk vond.
B
We gingen een film kijken dat zij niet leuk vond.
Slide 25 - Quizvraag
Aan de slag!
timer
15:00
H.4 Taalverzorging: Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Steek je hand op via Teams of stel je vraag in de chat.
15 minuten
Klaar? Lezen maar!
Na deze oefening weet je hoe je het woordgeslacht kunt opzoeken.
Op je laptop
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoelen gehaald?
ik weet hoe ik een lijdend voorwerp in een zin moet vinden
ik kan een lijdend voorwerp in een zin vinden
ik weet hoe ik het woordgeslacht (m, v, o) kan opzoeken
ik kan deze/die en dit/dat juist gebruiken bij de- en het-woorden in zinnen
Slide 27 - Tekstslide
HUISWERK
Alle opdrachten Taalverzorging LV + Taalverzorging mannelijk-vrouwelijk-onzijdig (H. 4) moeten klaar zijn tegen volgende les! (zie Magister)
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 4 theorie verwijswoorden + start opdr. 2 schrijfd.
April 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
L17 Zinsdelen
Maart 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Formuleren §2 en 3 woordgeslacht en verwijswoorden
April 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2
1E 12 april
April 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1kgtb - herh LV + TV H4 - m/v/o - woorden
Januari 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
L17 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
week 6 woordgeslacht
Januari 2019
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Maart 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1