Hoe werk je? – Je mag op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
2. Overleg binnen je rij op fluistertoon.
3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken en daarna bezig met rekenen (kies zelf een onderdeel uit).
Maken? – Basis: Gemengde opdrachten + Oefenproefwerk
Kader: 2.5 opgave 27 t/m 30 (kom je niet uit 27 dan begin je met 26
2.6 opgave 33 t/m 37 (eerder klaar, dan vast beginnen met oefenproefwerk)