Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2024-01-24 Oefenen Kapitel 2 Köln vwo
Köln
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Köln
Slide 1 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden (t.t.)
E-ST-T-EN-T-EN
wohnen - reisen - arbeiten
Slide 2 - Tekstslide
(wohnen) Peter ………… in Köln.
A
wohne
B
wohnen
C
wohnst
D
wohnt
Slide 3 - Quizvraag
Er (spielen)... Fußball.
A
spiele
B
spielen
C
spielt
D
spielst
Slide 4 - Quizvraag
Du (machen)... Hausaufgaben.
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen
Slide 5 - Quizvraag
Du (tanzen)... in der Disko.
A
tanst
B
tanze
C
tanzst
D
tanzt
Slide 6 - Quizvraag
Du (arbeiten) ... an der Kasse.
A
arbeiten
B
arbeitet
C
arbeite
D
arbeitest
Slide 7 - Quizvraag
Sein Freund (reisen) ... heute nicht.
A
reisst
B
reist
C
reistet
D
reiste
Slide 8 - Quizvraag
Die Hose (kosten) ... neunzehn Euro
A
kosten
B
gekostet
C
kostet
D
kostete
Slide 9 - Quizvraag
Voltooid deelwoord
ik heb gewoond
Slide 10 - Tekstslide
(machen)
Was hast du gestern ... ?
A
gemacht
B
macht
C
gemachtet
D
gemach
Slide 11 - Quizvraag
(kosten)
Wieviel haben die Schuhe ... ?
A
kostet
B
gekostet
C
kost
D
gekost
Slide 12 - Quizvraag
Onregelmatige werkwoorden
haben + sein
Slide 13 - Tekstslide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 14 - Sleepvraag
Wir
Ich
Du
Er
Ihr
Sie/sie
Tekst
Tekst
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 15 - Sleepvraag
Lidwoorden: der, die of das?
Slide 16 - Tekstslide
Als je een Duits woord in het meervoud zet, gebruik je niet altijd het lidwoord DIE.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Lehrerin
A
der
B
die
C
das
Slide 18 - Quizvraag
Übungen (=meervoud)
A
der
B
die
C
das
Slide 19 - Quizvraag
Stier
A
der
B
die
C
das
Slide 20 - Quizvraag
Möglichkeit
A
der
B
die
C
das
Slide 21 - Quizvraag
Kind
A
der
B
die
C
das
Slide 22 - Quizvraag
Zelfst naamwoord vervangen
door een persoonlijk voornaamwoord
Slide 23 - Tekstslide
Der Mann geht nach Hause. ..................................... geht nach Hause.
A
Er
B
Sie
C
Es
Slide 24 - Quizvraag
Shania ist meine Freundin. ............................ ist meine Freundin.
A
Er
B
Sie
C
Es
Slide 25 - Quizvraag
Das Brot schmeckt gut. .................................... schmeckt gut.
A
Er
B
Sie
C
Es
Slide 26 - Quizvraag
Die Freunde heißen Jan und Piet. ................... heißen Jan und Piet.
A
Er
B
Sie
C
Es
Slide 27 - Quizvraag
Das Flugzeug landet. .............................................. landet.
A
Er
B
Sie
C
Es
Slide 28 - Quizvraag
Modale hulpwerkwoorden
Slide 29 - Tekstslide
mögen betekent....
A
mogen
B
houden van
C
kunnen
D
willen
Slide 30 - Quizvraag
müssen betekent...
A
mogen
B
moeten
C
weten
D
graag willen
Slide 31 - Quizvraag
Persoonlijk voornaamwoorden
Slide 32 - Tekstslide
jullie
A
er
B
sie
C
wir
D
ihr
Slide 33 - Quizvraag
het is koud
A
er ist kalt
B
es ist kalt
C
sie ist kalt
D
ihr ist kalt
Slide 34 - Quizvraag
u bent
A
sie ist
B
ihr seid
C
Sie sind
D
sie seid
Slide 35 - Quizvraag
ze zijn weg
A
Sie ist weg
B
Sie sind weg
C
Sie sein weg
D
Sie seid weg
Slide 36 - Quizvraag
ENDE
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Konjunktionen
Oktober 2022
- Les met
18 slides
Deutsch
Primary Education
Na klar 2 havo/vwo Oefentoets Kapitel 2 Köln
Januari 2023
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Oefentoets K2
April 2024
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Toets 1K Grammatik K2 versie B
Maart 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
09.11.2021 B2E/B2G
November 2021
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
timarowe 1K Grammatik K2
Januari 2021
- Les met
46 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Kapitel 1: Wie heißt du? / 2. Klasse Kapitel 3
November 2023
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1