4.3 Afronden



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis: 4.1 / 4.2
● Uitleg: 4.3
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis: 4.1 / 4.2
● Uitleg: 4.3
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt decimale getallen afronden

Je kunt afronden op ronde getallen

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Terugblik
Je kunt grote getallen met alleen cijfers schrijven
 



Je kunt grote getallen in cijfers en woorden schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik op de leerdoelen van vorige les
Leerdoelencheck
Terugblik
timer
1:00
Leerdoelencheck op blz. 207

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen check met wisbordjes
Leerdoelencheck
Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen check met wisbordjes
Leerdoelencheck
Terugblik
timer
0:45
Leerdoelencheck op blz. 207

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen check met wisbordjes
Leerdoelencheck
Terugblik

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen check met wisbordjes
Afronden
Voor 100 gram snoep betaal ik €0,892 en ik schep voor 200 gram snoep. Hoeveel moet ik betalen?
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Betekenis geven aan de lesstof
Afronden
Voor 100 gram snoep betaal ik €0,892 en ik schep voor 200 gram snoep. Hoeveel moet ik betalen?

2 ⋅ 0,892 = 1,784

Slide 9 - Tekstslide

Betekenis geven aan de lesstof
Afronden
Voor 100 gram snoep betaal ik €0,892 en ik schep voor 200 gram snoep. Hoeveel moet ik betalen?

2 ⋅ 0,892 = 1,784
Dus ik betaal € 1,78

Slide 10 - Tekstslide

Betekenis geven aan de lesstof
Afronden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Rond de volgende getallen af op 2 decimalen.
timer
0:30
3,689
0,654

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Rond de volgende getallen af op 2 decimalen.
3,689
0,654
3,69
0,65

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Rond de volgende getallen af op 1 decimaal.
timer
0:45
9,98
9,35
4,347

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Rond de volgende getallen af op 1 decimaal.
9,98
9,35
4,347
10,0
4,3
9,4

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde cijfers

Slide 17 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Waarde cijfers

Slide 18 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Waarde cijfers

Slide 19 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Waarde cijfers

Slide 20 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Waarde cijfers

Slide 21 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Waarde cijfers

Slide 22 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Waarde cijfers

Slide 23 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Afronden
Rond de volgende getallen op honderdtallen.
timer
0:45
12854
149

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Rond de volgende getallen op honderdtallen.
12854
149
12900
100

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Wat doen we eigenlijk bij afronden?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Wat doen we eigenlijk bij afronden?
5,7

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Wat doen we eigenlijk bij afronden?
9,31

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Wat doen we eigenlijk bij afronden?
12,5

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
timer
5:00
Maken:
v.a. blz 209
50 t/m 53, 55 en 57 t/m 59
 
Nakijken:
Alles wat je hebt gemaakt.
In SOM bij leermiddelen

Snap je het niet?
Lees de theorie vanaf blz 208 in je boek!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?

Je kunt decimale getallen afronden

Je kunt afronden op ronde getallen
H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 32 - Tekstslide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.