2.3 Wat voor inkomen?

4 Basis  
Paragraaf 2.3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4 Basis  
Paragraaf 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling leerdoelen 2.2 Basis

  • Welke redenen er zijn om te sparen?
  • Welke redenen er zijn om te lenen?
  • Wat zijn kredietkosten?

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb 780 euro op mijn spaarrekening. Ik krijg 0,75% rente. Hoeveel heb ik na 4 jaar op de bank?

Slide 3 - Open vraag

leerdoelen 2.3 Basis

  • Waarom niet iedereen evenveel verdient
  • Welke inkomensvormen er zijn
  • Hoe je je uitgaven kunt indelen

Slide 4 - Tekstslide

Waarom verdient de een meer dan de ander?

Slide 5 - Poll

Inkomensverschillen
Inkomensverschillen ontstaan dus onder andere door:
  • Leeftijd
  • Opleiding
  • Ervaring
  • Zwaar/licht werk
  • Prestaties (bonussen) 
  • Vraag en aanbod

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor inkomen heb je?

Slide 7 - Tekstslide

Inkomensvormen
  • Inkomen uit arbeid (loon, salaris)
  • Inkomen uit bezit (rente, huur, pacht)
  • Overdrachtsinkomen (uitkering, zakgeld, kinderbijslag)

Inkomen uit arbeid en bezit = tegenprestatie
Inkomensoverdracht = geen tegenprestatie

Slide 8 - Tekstslide

Soorten uitgaven
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ik verdien 55 euro per week. Hoeveel verdien ik per maand?

Slide 12 - Open vraag

Ik verdien 120 euro per maand. Hoeveel per week?

Slide 13 - Open vraag