Les 02 - Consumentenomzet en Break Even

Analyse en Statistiek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Analyse en StatistiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Analyse en Statistiek

Slide 1 - Tekstslide

Consumentenomzet & Break Even

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Agenda
Mededelingen
Leerdoelen
Herhaling
Wat weet je al
Theorie
Zelf oefenen
Samenvatten
Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Mededeling
Herkansing
morgen 15-05-2019
Lokaal B004
10:30 - 11:30

Laatste halfuur vragenronde

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen
Je leert vandaag nieuwe begrippen zoals consumentenomzet, brutowinst en break even.

Je leer rekenen met het omzet- schema.

Je kunt een break-even omzet en een break-even afzet uitrekenen

Slide 5 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Consumentenomzet
B.t.w.
Inkoopwaarde omzet
Brutowinst
Omzet

Slide 6 - Sleepvraag

Van inkoop naar verkoop
Als je geld wilt verdienen moet je producten voor meer geld verkopen dan waar je ze voor inkoopt.
Het verschil tussen inkoopprijs en verkoopprijs heet brutowinst.
De belastingdienst wilt ook geld verdienen aan jouw prestatie en daarom moet je btw afdragen. Dat reken je uiteraard door aan de klant. Exclusief btw wordt dan inclusief btw.
Een verkoopprijs inclusief btw noemen we consumentenprijs.
Omzet wordt dan consumentenomzet.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten brutowinst
Brutowinst wordt vaak uitgedrukt als een percentage.
  BW als percentage vd verkoopprijs heet brutowinst-marge.
  BW als percentage vd inkooopprijs heet brutowinst-opslag.

In formule:

InkoopprijsdofdVerkoopprijsBrutowinstx100pprocent

Slide 8 - Tekstslide

Hulpmiddel: omzetschema
De omzet is EUR 100,00
BTW is laag.
Brutowinstopslag is 40%
De omzet is EUR 100,00
BTW is laag.
Brutowinstmarge is 40%

Slide 9 - Tekstslide

Break even
Bij een break-even wordt er precies 0,00 euro winst gemaakt.

Er is een break-even afzet: bij hoeveel producten dekken we alle kosten?

Er is een break-even omzet: bij hoeveel omzet dekken we alle kosten?

Slide 10 - Tekstslide

Berekening break-even afzet
Je koopt iets in en je verkoopt het. Als je het goed doet verdien je geld. Dat is de brutowinst. Het verschil tussen je inkoopprijs en je verkoopprijs.
Met de brutowinst moet je de exploitatiekosten terugverdienen.

Alle kosten die nodig zijn om je bedrijf te runnen.
BEA=BrutowinstperproductExploitatiekosten

Slide 11 - Tekstslide

Berekening break-even omzet
Je moet nu het brutowinstpercentage weten.



Daarna pas je de BEO formule toe.
BEO=Brutowinstpercentagexx1100Exploitatiekosten
BWP=VerkoopVerkoopInkoopx1100pprocent

Slide 12 - Tekstslide

Mogelijke toetsvraag
Omzet 121.000 euro
Brutowinstopslag 25%
Afzet 15.000 stuks
BTW 21%
Exploitatiekosten 17.500 euro

Bereken de BEA
Bereken de BEO

Slide 13 - Tekstslide

BTW betalen en terugvragen
In Nederland wordt btw geheven over de toegevoegde waarde.
BTW betekent dan ook Belasting Toegevoegde Waarde.
De toegevoegde waarde is het gedeelte dat jij aan een product of dienst toevoegt om winst te maken. Dat heet noemen we BRUTOWINST.

Dus als bedrijf moet je btw aan de belstingdienst betalen over de bruto toegevoegede waarde = brutowinst.

Slide 14 - Tekstslide

BTW: hoe gaat dat in zijn werk?
Jij koopt producten in bij een leverancier. De leverancier moet BTW op de factuur zetten en die moet jij betalen (inkoopfactuurbedrag). Deze btw mag je terugvragen bij de 
belastingdienst.

Nu ga je een product verkopen en moet je BTW op de factuur berekenen (consumentenprijs). Deze btw moet je aan de belastingsdienst betalen.

Slide 15 - Tekstslide

BTW: wat moet je dan betalen?
Het verschil tussen de BTW die je moet betalen en de BTW die je mag terugvragen heeft BTW-afdracht.

Stel, op de inkoopfactuur staat 25,00 euro btw. Die kun je dan terugvragen.
Jij berekent aan de klant 35,00 euro btw. Die moet je aan de belastingdienst betalen.
De werkelijke afdracht is dan 35,00 - 25,00 = 10,00

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken uitgedeelde opgaven.
Eerst 10 minuten zelfstandig zonder overleg.
Daarna vragen aan je buurman als je er niet uitkomt.
Lukt het samen niet, dan vraag aan mij.
TEST JEZELF!
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Weten jullie het verschil tussen consumentenomzet en omzet?
Weten jullie de overeenkomst tussen consumentenomzet en inkoopfactuurbedrag?
Waarom berekenen we een break-even?
Welke twee soorten break-even zijn er?

Slide 18 - Tekstslide

Wil je nog iets vragen of weten?

Slide 19 - Open vraag

Volgende keer
Volgende keer
Prijselasticiteit
Bruto rendementsgetal
Marktomvang en marktaandeel

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video