8.2 Bloed stroomt

8.2 Bloed stroomt
Tekstboek: bladzijde 45 t/m 48
Werkboek: bladzijde 70 t/m 74
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

8.2 Bloed stroomt
Tekstboek: bladzijde 45 t/m 48
Werkboek: bladzijde 70 t/m 74

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- welkom
- leerdoelen
- uitleg 8.2
- aan de slag
- afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

De kandidaat kan:
De vorm, werking en functie van het bloedvatenstelsel beschrijven.
In dit verband kan de kandidaat:


1. Lymfevaten, bloedvaten en delen van het hart noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven, met inbegrip van macroscopische details en problemen met de bloedsomloop:
- ligging en functies van lymfevaten, functie van kleppen
- aan- en afvoer van stoffen en warmte door bloed
- van slagaders, aders en haarvaten: functies; onderscheid naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of
  afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed in deze vaten
-naamgeving van aders en slagaders naar of bij bepaalde delen van het lichaam met daarnaast de aorta,
  poortader, holle aders, kransslagaders en kransaders
- grote en kleine bloedsomloop
- de bouw, ligging, functie en werking van het hart met kamers, boezems, hartkleppen en halvemaanvormige
  (hart)kleppen
- principe van verandering van druk in de kamers en slagaders tijdens de hartwerking.

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Welke soorten bloedvaten heb je?
Slagaders
- hart naar organen
- grootste is de aorta
- vernoemd naar orgaan waar ze naar toe gaan
- dikke gespierde wand, hartslag voelbaar

Slide 4 - Tekstslide

Welke soorten bloedvaten heb je?
Haarvaten
- slagaders vertakken zich in haarvaten
- heel smal en lopen door al je organen
- bijna alle cellen liggen in de buurt van een haarvat
- wand is heel dun.
   uitwisseling stoffen gaat daardoor makkelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Welke soorten bloedvaten heb je?
Aders
- haarvaten komen bij elkaar in aders
- organen naar hart
- alle aders komen bij elkaar in twee grote aders: de holle aders
- vernoemd naar organen waar ze vandaan komen
- hebben kleppen om het bloed de juiste kant op te laten
   stromen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop
- hart --> longen --> hart
- rechterkamer - longslagader - longen - longader - linkerboezem

Grote bloedsomloop
- hart --> alle organen van het lichaam --> hart
- linkerkamer - aorta - alle organen in het lichaam - aders - onderste/bovenste holle ader
  rechterboezem



Slide 8 - Tekstslide

Belangrijk!
Vanuit de kleine bloedsomloop stroomt er zuurstofarm bloed van het hart naar de longen. Daar haalt het bloed zuurstof op en is dan dus zuurstofrijk bloed.

Vanuit de grote bloedsomloop stroomt er zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen toe en geeft de zuurstof daar af. Het bloed is dan zuurstof arm en gaat weer terug naar het hart.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe pompt je hart het bloed rond?
Je hart klopt gemiddeld 70x per minuut.
Een hartslag bestaat uit 3 fasen:
1. boezems trekken samen
2. kamers trekken samen
3. hartpauze

Tussen boezems en kamers zitten hartkleppen.
In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen: 8.2 (bladzijde 45 t/m 48)
Maken: opdracht 1 t/m 14 van 8.2 (bladzijde 70 t/m 74)


Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
Leerdoelen herhalen

Zijn er nog vragen?

Voor de volgende les

Slide 15 - Tekstslide