de regel van de zinsontleding herhalen in het Nederlands en in het Duits met behulp van de hij/hem regel en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
de regel van het gebruik van der en ein Gruppe begrijpen in het en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
een korte presentatie geven over jouw lievelingseten in het Duits met behulp van de grammatica B.
Slide 3 - Tekstslide
Satz der Woche
Mir geht es gut!
Slide 4 - Tekstslide
Leseverstehen
Nikolaus in Deutschland
Slide 5 - Tekstslide
Grammatik B
Der/Ein- Gruppe
Slide 6 - Tekstslide
Zinsontleding en hij/hem-regel
alle ww in de zin= het gezegde
wie/wat+ gezegde=het onderwerp (1e naamval)
wat + gezegde+ onderwerp=lijdend voorwerp (4e naamval)
Aan wie/ voor wie=meewerkend voorwerp (3e naamval)
esse eet
Ich Ik
een taart eine Torte
- -
Slide 7 - Tekstslide
hij/hem-regel
Ezelsbruggetje:
Het onderwerp (1e naamval) = Hij
Lijdend voorwerp (4e naamval)= Hem
Meewerkend voorwerp (3e naamval)= Aan hem
Oefenen:
Ich gebe meiner Mutter eine Blume.
hij aan hem hem
Slide 8 - Tekstslide
Het der/ein schema
der
den
die
die
das
das
die
die
Naamval
1e hij
4e hem
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
ein
einen
eine
eine
keine
keine
ein
ein
Ein- schema
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
Naamval
1e hij
4e hem
Der- schema
Slide 9 - Tekstslide
der/ein woorden
dies- deze
jed- ieder
jen- die
manch- sommige
solch- zulke
welch- welke
all- alle
mein- mijn
dein- jouw
ihr- haar
sein- zijn
unser- onze
eure/euer jullie
ihr/ Ihr- hun/ uw
kein- geen
Der- woorden
Ein- woorden
Voorbeeld?
Meine Katze heißt Siepie.
Welche Schuhe trägst du?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Üben!
Mein..... Mutter kauft ein....... Buch.
Wir haben dies...... Samstag Nikolaus gefeiert.
Unser..... Hund liebt essen.
Sie ruft all...... Freunde an.
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 11 t/m 16 van Lektion 1
1 van Lektion 2
Vind je het lastig? Handboekje (ook online)
Klaar?
Periode boekje ophalen en verder werken
Slide 13 - Tekstslide
naklar.secure.malmberg.nl
Slide 14 - Link
Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....
de regel van de zinsontleding herhalen in het Nederlands en in het Duits met behulp van de hij/hem regel en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
de regel van het gebruik van der en ein Gruppe begrijpen in het en deze toepassen in opdrachten van Lektion 1.
een korte presentatie geven over jouw lievelingseten in het Duits met behulp van de grammatica B.