In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Freitag, den 4. März 2022
Willkommen
Ziele dieser Unterrichtsstunde
Nachsehen Hausaufgaben
Grammatik: vervoegen werkwoorden
Wörterliste A
Wiederholung Grammatik Kapitel 4
Leren Leren
Puzzle/Kreuzwörträtsel machen
Hausaufgaben
Zum Schluss
Slide 1 - Tekstslide
Ziele dieser Unterrichtsstunde:
Je weet hoe sterke werkwoorden, met in de stam een e, worden vervoegd.
Je kunt oefenen met de grammatica van Kapitel 4.
Je maakt een puzzel/kruiswoordpuzzel met woorden uit de woordenlijsten van Kapitel 4.
Je leert hoe sterke werkwoorden, met in de stam een a, worden vervoegd.
Slide 2 - Tekstslide
Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgaben 2.1 Seiten 48-49
Aufgabe 19.1 Seiten 82-83
Slide 3 - Tekstslide
Vervoegen werkwoorden:
Wat is bij zwakke werkwoorden de 1e stap bij vervoegen.
Wat is het ezelsbruggetje voor de uitgang na de stam?
Hoe ziet dit ezelsbruggetje er uit bij werkwoorden met sisklank in de stam?
Uitgang bij werkwoorden met stam op een d of t?
Wat is de standaarduitgang bij Modalverben?
Slide 4 - Tekstslide
Grammatik:
Sterke werkwoorden met een e in de stam.
Uitleg + notities maken in schrift.
Zelfstandig maken Aufgabe 4.3 Seiten 56-57
Hulpmiddelen: Aantekeningen + TB Seite 75
Klaar: bestuderen grammatica TB Seite 75 en aantekeningen
Bespreken Aufgabe 4.3
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
TB Seite 64 sterke werkwoorden met e in stam
Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
du/er/sie/es/man -> i of ie
è uitspraak -> i
ee uitspraak -> ie
Slide 6 - Tekstslide
Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
nehmen -> bij du/er/sie/es/man: hwordt m
nehmen -> geen ie -> i
treten -> geen ie -> i
treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t
du trittst
er/sie/es/man tritt
6 geben -> geen ie -> i
Slide 7 - Tekstslide
Wörterliste A TB Seite 76-77
Gezamenlijk bespreken.
Wat valt je op?
Zelfstandig maken Aufgabe 3.3 Seiten 50-51
Klaar: leren grammatica + aantekeningen vervoegen werkwoorden met e in stam
Bespreken Aufgabe 3.3
timer
1:00
Slide 8 - Tekstslide
Wiedeholung K4 Grammatik + üben
Waaruit bestaat de ein-groep?
Wat is de eerste stap?
regels der die das -> waarom?
Meervoud
Slide 9 - Tekstslide
Er hat ..... (geen) Hobbys.
Slide 10 - Open vraag
Is das .... (uw) Buch?
Slide 11 - Open vraag
Is das ....(jullie) Lehrerin?
Slide 12 - Open vraag
der Satz meervoud
Slide 13 - Open vraag
das Heft meervoud
Slide 14 - Open vraag
Leren leren
Hoe bereid ik me voor op een toets?
Slide 15 - Tekstslide
Puzzle / Kreuzworträtsel machen
In duo's werken.
Minimaal 35woorden (zinsdelen) in de puzzel, uit zowel lijst A en B. Bijvoorbeeld: een goal schieten/skïen/de finish. Of: am Sonntag/die Geige/etwas unternehmen.
Nederlands -> Duits en Duits -> Nederlands
Eerst overleggen wat voor soort puzzel je wilt maken.
Netjes werken. Andere leerlingen moeten het kunnen lezen/maken.
Bij keuze woordzoeker moet er eerst vertaald worden voordat je het kunt opzoeken in de woordzoeker!!!
Blokjes papier.
Na vakantie hieraan verder werken!!
Slide 16 - Tekstslide
Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw: -> du/er/sie/es/man -> ä
Aandachtspunten:
bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
d of t
du hältst er/sie/es/man hält
Slide 17 - Tekstslide
Aufgabe 6.4 Seiten 59-61
Zelfstandig maken Aufgabe 6.4 A t/m C
Hulpmiddelen: TB Seite 76 + aantekeningen
Klaar: Bestuderen grammatica. Verder gaan met puzzel.