grammatica kww - zww hww - hv1 - les 1

Je leert de drie soorten werkwoorden herkennen:

 een koppelwerkwoord (kww);
 een zelfstandig werkwoord (zww);
 een hulpwerkwoord (hww). 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Je leert de drie soorten werkwoorden herkennen:

 een koppelwerkwoord (kww);
 een zelfstandig werkwoord (zww);
 een hulpwerkwoord (hww). 

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandige werkwoorden (zww)
Deze werkwoorden geven een duidelijke betekenis aan.
zwemmen, lopen, denken, trainen

Slide 2 - Tekstslide

zelfstandig werkwoord (zww)
Deze werkwoorden geven een duidelijke betekenis aan:
bijvoorbeeld

zwemmen (en alle vervoegingen: zwem, zwom gezwommen)
denken
trainen

Slide 3 - Tekstslide

Noteer drie zelfstandige werkwoorden

Slide 4 - Open vraag

Er zijn 9 koppelwerkwoorden. 
De drie belangrijkste koppelwerkwoorden
zijn
worden
blijven

Slide 5 - Tekstslide

Noteer vier vervoegingsvormen van het werkwoord ZIJN

Slide 6 - Open vraag

Noteer vier vervoegingsvormen van het werkwoord WORDEN

Slide 7 - Open vraag

Noteer vier vervoegingsvormen van het werkwoord BLIJVEN

Slide 8 - Open vraag

Benjamin tennist al vier jaar bij de tennisverenging in ons dorp.
Pv is tennist: is dit een...
A
kww
B
zww

Slide 9 - Quizvraag

Benjamin wordt volgende week 13 jaar.
Pv is WORDT. Wordt is een...
A
kww
B
zww

Slide 10 - Quizvraag

Benjamin krijgt dan waarschijnlijk een nieuwe fiets
Pv is krijgt. krijgt is een...
A
kww
B
zww

Slide 11 - Quizvraag

Benjamin blijft nooit lang moe van de fietstocht.
Pv is .... en dat is een...
A
kww
B
zww

Slide 12 - Quizvraag

Een keer was Benjamin wel heel moe.
Pv is .... en dat is een...
A
kww
B
zww

Slide 13 - Quizvraag

Hij werd een dag later ziek.
Pv is .... en dat is een...
A
kww
B
zww

Slide 14 - Quizvraag

Dit waren kww en zww
Is er een werkwoord in de zin...
Je kiest kww of zww.

Slide 15 - Tekstslide

Twee werkwoorden in een zin...
Zoek de pv.
Dit is een hww.
Andere ww is kww of zww

Slide 16 - Tekstslide

Benjamin wilde wel drie dagen slapen.
Hoeveel ww in de zin?
* de pv is...
* dat is een...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 17 - Quizvraag

Benjamin wilde wel drie dagen slapen.
* het tweede ww is...
* dat is een...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 18 - Quizvraag

Na drie dagen wilde hij weer tennissen.
* hoeveel ww in de zin?
* de pv is...
* de pv is...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 19 - Quizvraag

Na drie dagen wilde hij weer tennissen.
* het tweede ww is...
* dit is een...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 20 - Quizvraag

Benjamin zou snel beter worden.
* hoeveel ww in de zin
* de pv is...
* dit is een...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 21 - Quizvraag

Benjamin zou snel weer beter worden.
* hoeveel ww in de zin?
* het tweede ww is...
* het tweede ww is...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 22 - Quizvraag

drie of meer ww in de zin...
De pv is: HWW
Het belangrijkste andere ww is Kww of Zww
Alle andere ww zijn hww.

Slide 23 - Tekstslide

Benjamin zou later coureur willen worden.
ZOU is...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 24 - Quizvraag

Benjamin zou later coureur willen worden.
willen is...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 25 - Quizvraag

Benjamin zou later coureur willen worden.
worden is...
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 26 - Quizvraag

Je hebt geleerd
* wat een kww, een zww en een hww is.
Je kunt een kww, een zww en een hww in de zin herkennen.

Slide 27 - Tekstslide