Satire: Hoe ver mag je gaan?
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat er van de studenten wordt verwacht.
Satire en geloof
Wat zijn de grenzen?
Wat zijn de grenzen?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Definieer satire voor de studenten en geef voorbeelden.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit waarom satire belangrijk kan zijn in een samenleving.
Wat is een voorbeeld van satire?
A
Een wetenschappelijk artikel over humor
B
Een documentaire over de geschiedenis van satire
C
Een nieuwsbericht over een politieke beslissing
D
Een cartoon die politici op de hak neemt
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat kan satire helpen bereiken?
A
Kritisch nadenken over maatschappelijke kwesties en politieke besluiten
B
Acceptatie van alle meningen
C
Het vergroten van politieke polarisatie
D
Het negeren van problemen
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarop is satire gericht?
A
Maatschappelijke misstanden, politieke kwesties, menselijke zwakheden
B
Kunst, muziek, mode
C
Sportprestaties, filmrecensies, boeken
D
Eten, drinken, reizen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is satire?
A
Een serieuze vorm van journalistiek
B
Een vorm van dans
C
Een vorm van humor die maatschappelijke misstanden belachelijk maakt.
D
Een religieuze ceremonie
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Bespreken welke grenzen er zijn aan satire.
Slide 11 - Tekstslide
Bespreken waarom het bespotten van het christelijk geloof wel of niet acceptabel is.
Slide 12 - Tekstslide
Bespreken waarom de cartoons van Charlie Hebdo tot zoveel ophef hebben geleid en wat de gevolgen zijn geweest.
Wie schreef de Lof der Zotheid?
A
Shakespeare.
B
Erasmus.
C
Voltaire.
D
Goethe.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het gevolg van het afbeelden van de profeet Mohammed in Charlie Hebdo?
A
Niets.
B
Doodschieten van tekenaars.
C
Een lichte reprimande.
D
Een geldboete.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk tijdschrift werd doelwit van een terroristische aanslag?
A
National Geographic.
B
Charlie Hebdo.
C
Vogue.
D
Sports Illustrated.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat mag satire niet doen?
A
Politieke voorkeur uiten.
B
Aanzetten tot haat, geweld of discriminatie.
C
Iedereen beledigen.
D
De waarheid vertellen.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Leg uit wat de opdracht is en hoeveel tijd de studenten hebben om de opdracht uit te voeren.
Slide 18 - Tekstslide
Geef de studenten de gelegenheid om te reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat hun mening is over de grenzen van satire.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
