In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
S&O Leerjaar 1
Voorbereiding op kerntaak 2
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud
Terugblik vorige les
Leerdoelen
Afvalsystemen
Leerdoelen behaald
Vooruitblik volgende les
Slide 2 - Tekstslide
Het duurt langer voordat je bovenaan bent
Je mag 2 boven je uitdagen
De winnaar hangt aan de linker kant
Je moet eerst iemand van je eigen niveau verslaan
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is het grootste voordeel van de uitdaagsystemen?
Slide 4 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt een enkel afvalsysteem herkennen en uitwerken voor een bepaalde activiteit met een even en oneven aantal deelnemers
Slide 5 - Tekstslide
Wedstrijdgerichte vormen
Bij veel evenementen speelt winst en verlies een belangrijke rol. Je kunt een krachtmeting op verschillende manieren organiseren waarbij er een winnaar uit komt. 1. Uitdaagsysteem
2. Afvalsysteem
3. Poulesysteem
4. Roulatiesysteem (zie les 3)
5. Competitiesysteem
Slide 6 - Tekstslide
Afvalsystemen
Deelnemers komen in paren tegen elkaar uit.
De verliezers zijn uitgeschakeld of degraderen naar de verliezersronde.
De winnaar gaat een ronde verder.
Vaak gebruik bij grote toernooien
Op basis van plaatsing of loting
Slide 7 - Tekstslide
Voor- en nadelen afvalsysteem
Voordelen:
Het is overzichtelijk
Je kunt een groot aantal deelnemers kwijt
Nadelen:
Na 1 ronde doet de helft van het aantal deelnemers al niet meer mee. Behalve bij een afvalsysteem met verliezersronde
Slide 8 - Tekstslide
Enkel afvalsysteem
Doel: Komen tot een finale van twee spelers of twee duo’s.
Dit betekent dat je een schema moet gebruiken met een macht van twee. Het gaat dus om 2, 4, 8, 16, 32, 64, 128 … .
Slide 9 - Tekstslide
Met hoeveel deelnemende teams speel je het liefst een afvalsysteem, als je kan kiezen uit:
A
9
B
16
C
24
D
33
Slide 10 - Quizvraag
Teken een enkel afvalsysteem uit voor 16 deelnemers
Slide 11 - Open vraag
Meest voorkomende afvalsystemen
1. Enkel afvalsysteem
2. Enkel afvalsysteem met bye
3. Enkel afvalsysteem met voorronde
4. Enkel afvalsysteem met verliezersronde
Slide 12 - Tekstslide
Aantal deelnemers afvalsysteem
Het zal regelmatig voorkomen dat je geen mooi aantal spelers hebt; bijvoorbeeld 14 of 27.
Bij 14 deelnemers hanteer je een schema alsof je 16 spelers hebt en bij 27 spelers reken je met 32. De spelers die ontbreken vul je met vrijplaatsen (bye).
Het toekennen van een bye kan op basis van sterkte of op basis van loting. In het voorbeeld van 14 spelers zullen de twee sterkste spelers in de eerste ronde een bye krijgen.
Slide 13 - Tekstslide
Enkel afvalsysteem met bye
Dit systeem is aan te bevelen bij een spelersaantal ruim boven het getal 8, 16, 32, 64, 128 ect. ligt.
Zo slaan 1, 4, 5 en 8 een voorronde over. (vaak een sterke speler)
Slide 14 - Tekstslide
Enkel afvalsysteem met voorronde
Dit systeem is aan te bevelen bij een spelersaantal dat maar net boven de 8, 16, 32, 64, 128 ect. ligt.
Zo speelt nummer 1 dus een voorronde tegen nummer 2.
Slide 15 - Tekstslide
Enkel afvalsysteem met verliezersronde
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht
Maak een afvalsysteem voor 43 deelnemers voor een dartwedstrijd.
Vraag 1: Hoeveel wedstrijden worden er in totaal gespeeld?
Vraag 2: Hoeveel rondes worden er in totaal gespeeld?
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Is het gelukt om een afvalschema te maken voor 43 deelnemers?
Slide 18 - Poll
Leerdoel behaald? Je kunt een enkel afvalsysteem herkennen en uitwerken voor een bepaalde activiteit met een even en oneven aantal deelnemers