In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Vraag 9A
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 9B
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Vraag 9C
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 9D
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 9E
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Vraag 9F
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Vraag 9G
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Vraag 9H
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Vraag 10 Geef een verklaring waarom de aanbodlijn in bron 4 verticaal loopt.
Slide 19 - Open vraag
Welk begrip hoort hierbij: Marktvorm met veel aanbieder van een heterogeen product.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie
Slide 20 - Quizvraag
Omzet = P x Q
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Omzet = TO
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
De lijn in de afbeelding hiernaast is een...
A
Vraaglijn
B
Aanbodlijn
Slide 23 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: Kosten die afhangen van het aantal geproduceerde goederen en diensten.
A
Totale kosten
B
Vaste kosten
C
Variabele kosten
D
Kostprijs
Slide 24 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: Hoeveelheid goederen en diensten die met het inkomen gekocht kunnen worden.
A
Gevraagde hoeveelheid
B
Evenwichtsprijs
C
Kostprijs
D
Koopkracht
Slide 25 - Quizvraag
De variabele kosten zijn 3 euro per product. De vaste kosten zijn 100 euro. Welke TK-functie is juist
A
TK = 3Q - 100
B
TK = 3Q + 100
C
TK = 3 - 100
D
TK = 3 + 100Q
Slide 26 - Quizvraag
Schoenenverkoper Shoozis verkoopt schoenen voor 70 euro per paar. Zijn vraagfunctie is: Qv = -4P + 490. Bereken de afzet en de omzet.
Slide 27 - Open vraag
Schoenenverkoper Shoozis verkoopt schoenen voor 70 euro per paar. Zijn vraagfunctie is: Qv = -4P + 490. Wat zal er met de vraaglijn gebeuren als Nederlanders meer besteedbaar inkomen krijgen?