H3 herhalen met vragen 3H en 3V

H3 herhalen 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 herhalen 

Slide 1 - Tekstslide

Regels
iedereen voor zichzelf
Na vraag laptop even wat dichter 
Bij veel fouten antwoorden uitleg dus stil en mee doen
Vragen maken in Stilte 

Slide 2 - Tekstslide

Welke 3 groepen stoffen behandelen we in H3

Slide 3 - Open vraag

Geef aan in welke fases metalen, zouten en moleculaire stoffen stroomgeleiden

Slide 4 - Open vraag

Wat betekend concentratie?
A
Hoeveel stof is opgelost in een vloeistof
B
Hoeveel oplosmiddel gebruikt is
C
Hoeveel stof je moet toevoegden om te neutralisern

Slide 5 - Quizvraag

Leg uit of de volgende stoffen stroomgeleiden

C4H10(g)
Fe2O3(aq)

Slide 6 - Open vraag

De eenheid van concentratie is:
A
g/L
B
g/cm3
C
dH
D
g/ml

Slide 7 - Quizvraag

Wat is atoomnummer?
A
het aantal protonen in de atoomkern
B
nummer van een atoom
C
Het aantal deeltjes in de kern
D
het aantal neutronen in de atoomkern

Slide 8 - Quizvraag

K heeft atoomnummer 19. Het atoomnummer van K+ ion is:
A
18
B
19
C
20
D
dat kan je zo niet zeggen

Slide 9 - Quizvraag

Metaal, zout of niet metaal?
F2
A
Metaal
B
Moleculaire stof
C
Zout

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een isotoop?
A
De gemiddelde atoommassa
B
Atomen van dezelfde soort met een verschillend aantal neutronen in de kern
C
Verschillende atomen die veel op elkaar lijken
D
Atomen van dezelfde soort met een verschillend aantal protonen in de kern

Slide 11 - Quizvraag

Een Isotoop heeft een 143 neutronen en 92 protonen. Welk Isotoop is dit?

Slide 12 - Open vraag

Moleculaire stoffen kun je herkennen aan:
A
De aanwezigheid van waterstof
B
De aanwezigheid van zuurstof
C
De aanwezigheid van niet-metalen
D
De aanwezigheid van metalen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie.
A
concentratie = volume / massa stof
B
massa stof = concentratie / volume
C
concentratie = volume / massa stof
D
concentratie = massa stof / volume

Slide 14 - Quizvraag

Luc maakt 1,5 L limonade, en gebruikt daarbij 175g suiker. Wat is de van concentratie suiker in de limonade?
A
350 g/L
B
117 g/L
C
175g
D
geen idee

Slide 15 - Quizvraag

Welk deeltje heeft een ionbinding?
A
F2
B
NaCl
C
Fe
D
Fe + Cr

Slide 16 - Quizvraag

Welk metaal is een edel-metaal?
A
Au
B
Na
C
Li
D
Hg

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel neutronen,
protonen en elektronen
heeft magnesium met atoommassa van 25

Slide 18 - Open vraag

Bij het smelten van een moleculaire stof worden altijd
A
atoombindingen verbroken
B
dipool-dipoolbindingen verbroken
C
ionbindingen verbroken
D
vanderwaalsbindingen verbroken

Slide 19 - Quizvraag

Sinasappelsap bevat vitamine C. De concentratie is 0,356 g/L.
Hoeveel vitamine C zit er in een pak sinasappelsap van 2.5 liter?

Slide 20 - Open vraag