In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Toetsweek 2K4
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verkleinwoord van pudding?
Slide 2 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord van pop?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het verkleinwoord van boterham?
Slide 4 - Open vraag
Wat is het basiswoord van aanstellerig?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het basiswoord van geluidloos?
Slide 6 - Open vraag
Zij heeft vandaag een mooie broek aan.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 7 - Quizvraag
De toetsweek begint op donderdag 18 april.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
Volgens mij gaan jullie hele goede cijfers halen voor Nederlands.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 9 - Quizvraag
want jullie hebben erg goed mee gedaan in de les.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 10 - Quizvraag
Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp? Zullen we voor Moederdag ontbijt op bed maken?
A
zullen maken
B
we
C
voor Moederdag
D
ontbijt op bed
Slide 11 - Quizvraag
Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp? Wil jij Berk en Emily ook een beker thee maken?
A
Berk en Emily
B
een beker thee
C
jij
D
wil maken
Slide 12 - Quizvraag
Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp? Noor heeft mij een softijsje met nootjes beloofd.
A
een softijsje met nootjes
B
mij
C
heeft beloofd
D
Noor
Slide 13 - Quizvraag
Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp?
Vanuit New York stuurt Wesley aan Micha een foto.
A
stuurt
B
aan Micha
C
een foto
D
Wesley
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf de volgende formule zo kort mogelijk op.
9 + 10 x k - 6 x k = m
Slide 15 - Open vraag
Schrijf de volgende formule zo kort mogelijk op.
7 x h - 2 x y + 3 = z
Slide 16 - Open vraag
Schrijf de volgende formule zo kort mogelijk op.
y = 15 + 10 x g + 2 x g
Slide 17 - Open vraag
Reken deze vergelijking uit met de omgekeerde pijlenketting. 44 -6p = 56
Slide 18 - Open vraag
Reken deze vergelijking uit met de omgekeerde pijlenketting. 27 - 2xa = 0
Slide 19 - Open vraag
Reken deze vergelijking uit met de omgekeerde pijlenketting. 3p - 7 = -34
Slide 20 - Open vraag
Reken deze vergelijking uit met de omgekeerde pijlenketting. 105 -5d = 140
Slide 21 - Open vraag
Reken deze vergelijking uit met de omgekeerde pijlenketting. -9m - 7 = 20
Slide 22 - Open vraag
Wat is het omslagpunt in een lineaire grafiek?
Slide 23 - Open vraag
Anouk is lid van de manege: zij betaald €75 inschrijfgeld en €25 per les Noor is ook lid van een andere manege: zij betaald €50 inschrijfgeld en €30 per les
Slide 24 - Open vraag
Reken de volgende formule uit met de balansmethode. 25t + 75 = 30t + 50
Slide 25 - Open vraag
Maak bij de vorige formule een grafiek op je wisbordje en laat duidelijk het snijpunt zien.
Slide 26 - Open vraag
Wat is je conclusie na het uitrekenen van deze formules?
Slide 27 - Open vraag
Maak opdracht GT3 en GT4 van bladzijde 77 uit je wiskundeboek.