H3.4 De WIC en Suriname

Opdrachten 58, 59, 61, 62, 63 + 65
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opdrachten 58, 59, 61, 62, 63 + 65

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Leervraag 3.4
De WIC (West-Indische Compagnie) kreeg vanwege de Opstand kaperbrieven van de Staten-Generaal, die hen het recht gaven om Spaanse en Portugese schepen vol goud, zilver, koffie en suiker uit Amerika te kapen.
Op het eiland Manhattan (nu New York) bouwden ze in 1621  een handelsfactorij voor de handel in beverbont en tabak met de indianen. 

1/3

Slide 4 - Tekstslide

Leervraag 3.4
Slavenhandel - Om zelf aan slaven te kunnen komen, veroverde de WIC het Portugese slavenfort El Mina op de Afrikaanse westkust.  Slavernij was normaal in Afrika. De WIC-ambtenaren mochten zelf geen slaven vangen, daardoor werd er steeds meer oorlog gevoerd, tussen Afrikaanse leiders, om krijgsgevangenen te maken.


2/3

Slide 5 - Tekstslide

Leervraag [Trans-Atlantische slavenhandel]
Trans-Atlantsiche slavenhandel
Deze handel vond plaats in een driehoek: van Europa, via Afrika naar Amerika en weer terug naar Europa - de Atlantische Driehoeks handel. 
Het aandeel van de WIC in de totale trans-Atlantische slavenhandel was ongeveer 5 procent.


3/3

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk
H3.4 De WIC en Suriname
lees de paragraaf
maken opdrachten 58, 59, 62 , 63 + 66

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht-58
Wat is het verschil tussen zeeroverij en kaapvaart?
  • Kaapvaart gebeurt met officiële kaperbrieven van je regering/Staten-Generaal. Die geven je het recht handelsschepen van de vijand te veroveren. 
  • Zeeroverij is niet legaal en strafbaar.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht-59
Nieuw Amsterdam lijkt heel erg op een Hollandse stad. Aan welke elementen zie je dat?
  • De huisjes met Nederlandse gevels, de grachten met ophaalbruggen, de kerk die boven alles uitsteekt en de molen.

Slide 9 - Tekstslide

Nieuw-Amsterdam
Manhattan

Slide 10 - Tekstslide

Nieuw Nederland (1612-1674)

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht-61
Wat leerden de Hollanders in Brazilië kennen?
  • Door hun aanwezigheid, en de contacten met de Portugezen leerden de Hollanders slaven uit Afrika, internationale slavenhandel en slavenplantages kennen.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht-61
Geef twee redenen waarom de Nederlandse kolonie in Brazilië mislukte. Welk van die twee gold ook voor het mislukken van Nieuw Amsterdam?
Reden 1 Nederlanders wilden niet emigreren.
Reden 2 In Brazilië moesten de katholieke Portugese kolonisten niets van de protestantse Nederlanders hebben.
Reden 1 gold ook voor Nieuw Amsterdam.


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht-62
Wat leerden de Hollanders in Brazilië kennen?
  • Slaven uit Afrika, internationale slavenhandel en slavenplantages.



Slide 14 - Tekstslide

Opdracht-63
Welke rol speelden Afrikaanse koningen en Afrikaanse slavenhandelaars in de slavenhandel?
  • Ze maakten krijgsgevangenen en hielden die zelf als slaaf aan het hof of verkochten hen door. Afrikaanse slavenhandelaars verkochten slaven aan de kust aan Europese slavenhandelaren.


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht-65
Wat was de rol van de ambtenaren van de WIC in fort El Mina in de slavenhandel?
  • De ambtenaren kochten slaven op en hielden die gevangen tot er een schip van de WIC was om hen naar Amerika te vervoeren.



Slide 16 - Tekstslide

Gevolg:

De Atlantische driehoekshandel of 
Trans-Atlantische slavenhandel

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
3.4 De WIC en Suriname
lezen blz. 62 t/m 66
Maken opdrachten 72, 73, 75 t/m 78

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht-72
Geef een eigen uitleg van het begrip wereldeconomie.
  • Stelsel van handels- en financiële relaties dat de hele wereld omspant.
Het geheel van economische betrekkingen tussen de landen van de wereld. 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht-73
Wat hield de Acte van Navigatie in en waarom was die voor de Republiek zo onvoordelig?
  • Alle in- en uitvoer in Engeland moest door Engelse schepen worden gedaan of door schepen uit het land van herkomst. Dat was onvoordelig voor de Republiek omdat wij de vrachtvaarders van de wereld waren.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht-75
Wat werd op deze plantage verbouwd en op welke manier maakten slaven er een handelsproduct van?
  • Suikerriet, ze maalden dat om er suiker van de maken. De slaven kapten het suikerriet, brachten het naar de molen en zorgden dat het gemalen werd. De paarden liepen in een tredmolen om de suiker te malen.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht-76
Wat is de boodschap van de gouverneur en tot wie richt hij zich eigenlijk?
  • De dag van de vrijheid, die al aangekondigd was, is aangebroken, 1 juli 1863. Hij richt zich tot de vrijgelaten slaven.


Slide 22 - Tekstslide

Opdracht-77
Wie werden gecompenseerd voor hun verlies en wie kregen geen schadevergoeding?
  • De plantage-eigenaren en eigenaren van de slaven kregen een compensatie (= vergoeding), de slaven kregen niets.



Slide 23 - Tekstslide

Opdracht-78
Geef hier een verklaring voor.
De verklaring hiervoor is 
  • dat de slavenhouders hun kapitaal verloren en daarvoor kregen ze een schadevergoeding. Slaven bezaten niets dus hoefden ook geen compensatie.




Slide 24 - Tekstslide

Proefwerkweek 2
H2.5 en 2.6
H3.2, 3.3 en 3.4

Slide 25 - Tekstslide