Rekentrainers hoofdstuk 8

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Planning voor de les:

4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.

1 minuut: leerdoelen en huiswerk

15 minuten: uitleg 

5 minuten: leerdoelen testen

30 minuten: aan het werk!

Wat zijn de gevolgen van nieuwe technologie??

1. Prijzen stijgen
2. Belasting wordt verhoogd
3. Loonkosten dalen
4. Laaggeschoold werk verdwijnt

Innovatie kan gevolgen hebben voor de werkgelegenheid.
Geef aan welke technische vernieuwing de meeste gevolgen heeft voor de werkgelegenheid.

1. De curved tv-screens worden in een grotere uitvoering gemaakt.
2. Er wordt onderzoek gedaan naar automatische registratie van rijden in files.
3. In veel fabrieken worden robots geïnstalleerd.
4. Er komt een tv-zender speciaal voor smartphones.

Leerdoelen:

- De arbeidsproductiviteit berekenen

- Onderbezetting berekenen

- Rekenen met een lijndiagram

- Indexcijfers berekenen

HUISWERK: Rekentrainers 8.2 t/m 8.5

Uitrekenen productiviteit

Je hebt 2 gegevens nodig:

De periode waarover je de productiviteit wilt berekenen

én de productie

Stel dat er 650m2 is gestuct door 4 stukadoren. Hoeveel m2 is er gemiddeld per stukadoor gestuct?

Uitwerking

650: 4 = 162,5 m2 per stukadoor

Stel: die 650m2 wordt gestuct in 145 uur. Hoeveel m2 wordt er per uur gedaan?

Gemiddelde productiviteit

Belangrijk voor een bedrijf

Je kan dan de juiste loonkosten berekenen

Maar ook kan je zien wie hard werkt en wie minder hard

McDonalds Landgraaf bakt 5.400 hamburgers per drie weken. Er werken 10 werknemers. Het restaurant is 6 dagen per week geopend. BEREKEN DE ARBEIDSPRODUCTIVITEIT PER WERKNEMER PER DAG

Uitwerking

productiviteit per week = 5.400 / 3 = 1.800 hamburgers

productiviteit per dag = 1.800 / 6 = 300 hamburgers

productvitieit per werknemer per dag = 300 / 10 = 30 hamburgers

VUISTREGEL

INDEXCIJFER VAN HET BASISJAAR IS ALTIJD 100

Indexcijfers

Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?

(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

• Indexcijfer 2013 = 2,64 : 2,75 x 100 = 96

Indexcijfers

Berekeningen indexcijfers:

Van indexcijfer naar getal?

1: Deel het indexcijfer van het gevraagde jaar door 100.

2: Vermenigvuldig de uitkomst met het getal in het basisjaar.

• 1: 96 : 100 = 0,96
• 2: 0,96 x 2,75 = €2,64

96

Indexcijfers

	2013	2014	2015	2016
€	2,64	2,75	2,51
I	96	100		101,09

Indexcijfer 2013 = 2,64 : 2,75 x 100 = 96

Hoeveel punten is het basisjaar?

1. 1000
2. 10
3. 100
4. 1

Bereken het indexcijfer van 2006.

Uitwerking

(gegeven van dat jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Gebruik de verhoudingstabel en kom tot de volgende berekening:

107.000.000 : 71.000.000 x 100 = 150,70 (afgerond)

Bereken de omzet van 2013.

Uitwerking

1: Deel het indexcijfer van het gevraagde jaar door 100.

2: Vermenigvuldig de uitkomst met het getal in het basisjaar.

Gebruik de verhoudingstabel en kom tot de volgende berekening:

1: 136 : 100 = 1,36

2: 1,36 x 318.000.000 = €432.480.000,00

Productiecapaciteit

• onderbezetting 
• -> er wordt minder geproduceerd, dan er maximaal geproduceerd kan worden
• overbezetting 
• -> er is veel vraag naar producten, dat er een tekort is aan personeel en machines 
• Berekening bezettingsgraad: 

Productie : productiecapaciteit x 100%

Bij onderbesteding

1. is de bezettingsgraad laag
2. is de bezettingsgraad hoog
3. is er sprake van inflatie
4. dreigt er een hoogconjunctuur

vraag 8: Stel dat in een bepaald jaar de productie € 600 miljard bedraagt. De productiecapaciteit is € 800 miljard. Bereken de bezettingsgraad in deze situatie.

DE GROEI VAN HET BBP 

Als er voor maximaal € 800 miljard geproduceerd kan worden (PC) in een land en de productie is € 600 miljard dan is de bezettingsgraad: 

werkelijke productie/ productiecapaciteit x 100%

800 / 600 x 100% = 75%

Een gevolg van onderbesteding is een stijging van werkloosheid!

Wat is de temperatuur op vrijdag?

1. 21
2. 22
3. 23
4. 24

Werden er in 2015 meer of minder boeken uitgeleend dan in 2010?

1. minder
2. meer

Aan de slag!

Wat? Ga aan de slag met de rekentrainers van 8.2 t/m 8.5

Hoe? In de online leeromgeving

Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Ga verder met een ander vak of ga leren voor economie!