Hoofdzin en bijzin

Hoofdzin en bijzin
Herkennen van hoofdzinnen en bijzinnen in samengestelde zinnen (compound sentences)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdzin en bijzin
Herkennen van hoofdzinnen en bijzinnen in samengestelde zinnen (compound sentences)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hoofdzin?
Een hoofdzin is een belangrijke zin die op zichzelf kan staan. Als je die zin leest, begrijp je meteen wat ermee bedoeld wordt.
Bijvoorbeeld:
• Ik ga naar school.
• De hond blaft hard.
• Wij eten vanavond spaghetti.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijzin?
Een bijzin is een extra stukje informatie dat bij een hoofdzin hoort. Een bijzin kan niet goed op zichzelf staan, want dan is het niet duidelijk wat er bedoeld wordt.
Bijvoorbeeld:
• Omdat ik huiswerk moet maken.
• Terwijl het regende.
• Dat ik morgen op vakantie ga.
Als je alleen deze zinnen leest, snap je niet wat er gebeurt. Je hebt dus een hoofdzin nodig erbij!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een hoofdzin en een bijzin?
1. Hoofdzin:
o Kan op zichzelf staan.
o De persoonsvorm (het werkwoord) staat meestal vroeg in de zin.
Voorbeeld: Ik eet een appel.

2. Bijzin:
o Kan niet alleen staan.
o De persoonsvorm (het werkwoord) staat vaak achter in de zin.
Voorbeeld: Omdat ik honger heb.

Samen wordt het dan:
Ik eet een appel, omdat ik honger heb.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg alle vormen van samenstellingen:
Hoofdzin + hoofdzin
1. Ik ben ziek, dus ik blijf thuis.

Hoofdzin + bijzin 
3. Ik ga naar school, hoewel ik me niet fit voel.

Bijzin + hoofdzin
4. Als ik goed leer voor mijn toets, krijg ik zeker een hoog cijfer.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handige trucjes
• Hoofdzin: Als je de zin los leest, begrijp je het meteen.
• Bijzin: Zet de zin eens apart. Klinkt het raar of onvolledig? Dan is het een bijzin.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer voorbeelden

Hoofdzin + hoofdzin:

Neem je rugzak mee of pak je handtas.


Hoofdzin + bijzin:

Ik kan me niet voorstellen, dat Linda nog langer blijft.


Bijzin  + hoofdzin:

Als je nu je spullen niet pakt, dan doe ik het voor je!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke combinaties zijn dus mogelijk?
1. Hoofdzin + Hoofdzin
2. Hoofdzin + bijzin
Bijzin + hoofdzin



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin of bijzin?
Ik vind het raar dat je ineens ver weg woont.

.....dat je ineens ver weg woont.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Hoofdzin of bijzin?
We hopen allebei dat je snel een kaartje stuurt.

We hopen allebei....
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 11 - Quizvraag

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Hoofdzin of bijzin?
Ze hebben een gewoonte waar ik erg aan moet wennen.
.....waar ik erg aan moet wennen.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?
Ze kijken je heel afkeurend aan als je te lang blijft.

... als je te lang blijft.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 13 - Quizvraag

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Deze samengestelde zin bestaat uit een .....+ .....

Dat doe ik altijd, omdat ik dat nu eenmaal doe.
A
Hoofdzin + bijzin
B
Bijzin + hoofdzin
C
Hoofdzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 14 - Quizvraag

Het onderwerp (het) staat naast de persoonsvorm (heeft).
Deze samengestelde zin bestaat uit een .....+ .....

Ik ben net thuis als plotseling mijn broer de deur opendoet.
A
Hoofdzin + bijzin
B
Bijzin + hoofdzin
C
Hoofdzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 15 - Quizvraag

Het onderwerp (het) staat naast de persoonsvorm (heeft).

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samengestelde zin die uit twee hoofdzinnen bestaat.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samengestelde zin die uit een hoofdzin en een bijzin bestaat.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samengestelde zin die uit een bijzin en een hoofdzin bestaat.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Op de volgende twee dia's kun je klikken. Dan ga je naar een website om te oefenen. 
Succes!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies