Begeleiden, semester 3, les 3, tweedejaar

Begeleiden Les 3; Cliënten in groepen begeleiden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden Les 3; Cliënten in groepen begeleiden

Slide 1 - Tekstslide

Bij een homogene groep lijken de mensen erg op elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Bij een informele groep zijn er vaak regels op papier opgesteld
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Cliënten in groepen begeleiden
In gezinsvervangend tehuis ‘De Berg’ is het de gewoonte dat bewoners als ze jarig zijn, ontbijt en cadeautjes op bed krijgen. Op een gewone werkdag is dat wel vroeg. Binnenkort is Joppe jarig, een van de bewoners. Joppe maakt duidelijk dat hij liever wil blijven slapen. ‘Dat kinderachtige gedoe,’ moppert hij.

Begeleidster Moira aarzelt wat ze moet doen. Het is tenslotte al jaren de gewoonte bij het GVT en veel bewoners hechten aan deze gewoonte. Moira bespreekt de kwestie met een collega, die zegt dat ze Joppe beter kan laten slapen. ‘Joppe is een avondmens en kan erg chagrijnig zijn als hij te weinig slaapt.’

Samen bedenken ze dat het goed is om de bewoners te vragen wat zij willen. Als Moira het in de groep ter sprake brengt, reageert Joppe als eerste. ‘Het is gewoon kinderachtig gedoe, die cadeautjes en dat ontbijt. Ik ben geen 6 meer. Ik word 46!’ De laatste woorden komen er boos uit. De andere bewoners schrikken van zijn uitval en kijken bedrukt. Het lijkt of niemand meer iets durft te zeggen. Moira probeert het nog wel, maar de ene na de andere bewoner herhaalt de woorden van Joppe: kinderachtig.




Slide 5 - Tekstslide

Als beroepskracht MZ wil je dat de groep cliënten die je begeleidt, zo goed mogelijk functioneert. Hoe bereik je dat? Waaraan moet jouw begeleiding dan voldoen? In een groep doen zich allerlei groepsprocessen voor. Als beroepskracht MZ is het nodig daarop in te spelen. In het praktijkvoorbeeld zie je dat één groepslid een bepalende stem kan hebben. Omdat Joppe de cadeautjes en het ontbijt op bed kinderachtig vindt, vinden de anderen dat ook. Je ziet hier dat groepsleden zich aanpassen aan wat één groepslid denkt en vindt.

Slide 6 - Tekstslide

De komende tijd behandelen we de volgende onderwerpen:
  • als begeleider inspelen op de groepsontwikkeling en groepsprocessen;
  • creëren van een goede sfeer;
  • stimuleren van interactie en betrokkenheid;
  • communicatiestructuren: sterstructuur en wielstructuur;
  • individuele aandacht geven;
  • omgaan met vaste patronen en hoe je daarvan kunt afwijken;
  • tips voor het krijgen en houden van overzicht.






Slide 7 - Tekstslide

Begeleiden van groepen
Als begeleider van een groep wil je natuurlijk het liefst dat het klimaat, de sfeer, binnen de groep goed is. Maar wanneer functioneert een groep goed? Wanneer is de sfeer goed?




Slide 8 - Tekstslide

Wanneer functioneert een groep goed?

Slide 9 - Open vraag

Een groep functioneert goed als de volgende punten in voldoende mate aanwezig zijn:
  • Er is een duidelijke structuur, waarbij alle groepsleden zich prettig voelen.
  • Alle groepsleden staan achter de doelstellingen van de groep.
  • Groepsleden zijn het eens met de regels voor gedrag. Het gaat zowel om de formele als de informele regels.
  • Groepsleden accepteren de individuele verschillen tussen groepsleden.












Slide 10 - Tekstslide

  • Groepsleden zijn tevreden over hoeveel inspraak zij hebben in de dagelijkse gang van zaken.
  • Groepsleden kunnen zich vinden in de rolverdeling binnen de groep.
  • Groepsleden accepteren de invloedsverdeling binnen de groep.
  • Er bestaat een open communicatie tussen de groepsleden.
  • Groepsleden vertrouwen elkaar onderling.
  • Zorgverleners/begeleiders en groepsleden zijn goed op elkaar afgestemd.

Slide 11 - Tekstslide

Functioneert een groep niet lekker, dan kun je het functioneren van de groep beoordelen aan de hand van de lijst van punten hiervoor. Op die manier kun je ontdekken waar zwakke plekken zitten in het groepsfunctioneren.

Slide 12 - Tekstslide

Groepsprocessen
Het werken in een groepen wordt voor een deel bepaald door groepsprocessen. Met groepsproces bedoelen we dat een groep in de loop van de tijd verandert. In het begin gedraagt men zich onwennig, maar dat gaat na een tijdje over. In een groep die al langer bestaat komen ook conflicten voor. In een groep die net van start gaat, zal daarvan geen sprake zijn.

Slide 13 - Tekstslide

We gaan hierna dieper in op een aantal begeleidingsaspecten, te weten:
  • inspelen op de groepsontwikkeling;
  • zorgen voor een goede sfeer;
  • stimuleren van interactie;
  • stimuleren van betrokkenheid;
  • geven van individuele aandacht;
  • omgaan met conformisme;
  • overzicht houden.






Slide 14 - Tekstslide

Inspelen op de groepsontwikkeling
De Amerikaanse psycholoog Bruce Tuckman heeft de verschillende stadia van de groepsontwikkeling beschreven. Hij onderscheidt vijf fasen

Slide 15 - Tekstslide

4

Slide 16 - Video

00:03
De eerste school-/lesdag met een nieuwe groep: hoe bereid jij je voor op de kennismaking met een nieuwe groep?



Slide 17 - Open vraag

00:16
Welke positie neem jij (doorgaans) aan in een nieuwe groep?
A
Ik houd me eerder afzijdig en bekijk alles van op een afstand.
B
Als anderen me aanspreken, neem ik deel aan de interactie. Ik zet zelf niet de eerste stap.
C
Ik zet makkelijk de stap om een gesprek met mijn buren aan te knopen. Er is altijd wel een onderwerp om over te praten.
D
Ik voel me snel thuis in een nieuwe groep en laat me makkelijk horen. Als er vrijwilligers nodig zijn, geef ik me op.

Slide 18 - Quizvraag

00:43
Elke groep doorloopt verschillende fasen op het vlak van groepsvorming: welke fasen kan je omschrijven op basis van je participatie aan diverse groepen?

Slide 19 - Open vraag

 vijf fasen:
  • Vormfase. In deze fase leren groepsleden elkaar kennen. In deze beginfase stellen groepsleden zich meestal afwachtend op.
  • Stormfase. In deze fase vormen zich de verhoudingen binnen de groep. Wie hebben (veel) contact met wie, wie is de informele leider, wie is meeloper en wie loopt het risico de zondebok te worden?
  • Normfase. In deze fase worden de groepsnormen duidelijk. De groep begint een duidelijke eigen identiteit te ontwikkelen. Groepsleden kunnen ‘hun’ groep bijvoorbeeld typeren als een leuke, gezellige groep.


Slide 20 - Tekstslide

  • Prestatiefase. In deze fase kan de groep zich volop richten op de taak waarvoor zij samen staan. Groepsleden weten wat er van hen verwacht wordt, wat de geschreven en ongeschreven regels zijn. Groepsleden werken samen om de gestelde doelen te bereiken.
  • Afscheidsfase. In deze fase rondt de groep de taak af en gaat de groep weer uit elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

00:30
Welk (mogelijk) effect heeft het eerste (persoonlijke) onthaal van de leerkracht volgens jou op de groepsdynamiek?

Slide 22 - Open vraag


Als beroepskracht MZ is het nuttig de fasen in de ontwikkeling van een groep te herkennen en er gebruik van te maken. Zo is het in de vormfase handig om afspraken met de groep te maken. In de stormfase is het belangrijk alert te zijn op de sfeer in de groep en daarin zo nodig bij te sturen.

Slide 23 - Tekstslide

Overigens: in de maatschappelijke zorg kan de groepsontwikkeling anders verlopen dan hiervoor beschreven. Een belangrijke reden is dat een cliëntgroep nooit in zijn geheel nieuw start. Cliëntgroepen zijn groepen die vaak jarenlang bestaan: soms vertrekt een groepslid of overlijdt er iemand. Dan weer komt er een nieuwe cliënt bij.

Slide 24 - Tekstslide

Maken: Thieme Meulenhoff, boek communicatie, Thema opdracht 1.1

Slide 25 - Tekstslide

Volgende week
Volgende week gaan we het hebben over 
- het creëren van een goede sfeer;
- stimuleren van interactie en betrokkenheid;

Slide 26 - Tekstslide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 27 - Open vraag

deze les vond ik......
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Tekstslide