les 4 thema 4 hv1b (do)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Deze les

Terugblik doelen vorige les.   

Verder met de leerdoelen van deze week.

Opdrachten maken.

Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 

Kraakbeen is

1. Buigzaam
2. Niet buigzaam

Been is harder dan kraakbeen.

1. juist
2. onjuist

Jonge kinderen hebben veel kraakbeen in hun beenderen, waardoor deze niet snel breken

1. Juist
2. Onjuist

Wat zorgt voor de buigbaarheid van een bot?

1. Kalkzout
2. Collageen
3. Kalkstof
4. Lijmzout

De botten van ouderen hebben veel...

1. Kalkzout
2. Collageen
3. Kalkstof
4. Lijmzout

Hoe heten de ruimtes tussen de schedelbeenderen bij babys?

1. Naden
2. Fontanellen
3. Gaten
4. Lege ruimtes

Hoe heet de verbinding waarmee de fontanellen (een soort botplaten) van een schedel aan elkaar zitten?

1. Gewrichtverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Naadverbinding
4. Vergroeiing

Leerdoelen deze week: 

-Je kunt de beenverbindingen beschrijven.

-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.

-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

-Je kunt de werking van spieren beschrijven.

-Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.

Vandaag de eerste 3, morgen de rest.

-Je kunt de beenverbindingen beschrijven. 

Neem dit schema over en vul het gedurende deze les in.

Bekijk de volgende video's en vul het schema al zo veel mogelijk in.

-Je kunt de beenverbindingen beschrijven. 

De beenverbindingen 

Wat heb je ingevuld?

-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.

-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.

Let op het verschil tussen gewrichtskapsel en kapselband.

Een gewrichtskapsel zit bij ieder gewricht en een kapselband alleen bij de grotere gewrichten.

De kapselband zit dan

aan de buitenkant.

-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Er zijn nog meer soorten gewrichten maar je hoeft er maar 3 te kennen (nr 1, 4 en 5).

De beenverbindingen 

Hele schema ingevuld?

Leerdoelen:

-Je kunt de beenverbindingen beschrijven.

-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.

-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven. 

-Je kunt de werking van spieren beschrijven.

-Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Kun je bereiken door:

-Te lezen / bestuderen de tekst van B3 en B4

-Te maken: B3 (4.3) en B4 (4.4)

-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   

-Je kennis  te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Eerst 10 minuten zelf in stilte,

daarna mag je overleggen. 

Laatste 5 minuten nog een paar (4) vragen via lessonup.

nog 2x toets inhalen thema 2. Daarna kun  je de toets bekijken.

Extra uitleg of verdieping

Herhaling/oefenen

Heel thema 4 (biologiepagina.nl)

video wervelkolom

Interactive videotour skelet.

Samenstelling bot (proefje)

Verdieping

Beweging bio bits

tekenfilm 1

tekenfilm 2

tekenfilm 3

spierpijn

Afsluiting.

Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (Woensdag)

We maken een kort oefentoetsje met 4 vragen om te kijken wat je hebt geleerd deze les.

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?

1. Kogelgewricht
2. Scharniergewricht
3. Rolgewricht

Je armen en benen bewegen door

1. Gewrichten
2. Kraakbeen
3. Naadverbinding
4. Vergroeiing

Hoe zit je heup aan elkaar?

1. naadverbinding
2. gewricht
3. vergroeid
4. kraakbeen

Naadverbinding

Vergroeid

Gewricht

Kraakbeen

Veel beweging

Geen beweging

Beetje beweging

Geen beweging

In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?

  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.