Eencellige en meercellige dieren

Eencelligen, geleedpotigen en gewervelden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Eencelligen, geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Eencelligen
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Asymmetrisch met skelet
D
Asymmetrisch zonder skelet

Slide 2 - Quizvraag

Geleedpotigen
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Asymmetrisch met skelet
D
Asymmetrisch zonder skelet

Slide 3 - Quizvraag

Gewervelden
A
Symmetrisch met skelet
B
Symmetrisch zonder skelet
C
Asymmetrisch met skelet
D
Asymmetrisch zonder skelet

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
Eencelligen
  • Je beschrijft wat een eencellig organisme is.
  • Je beschrijft het verschil tussen eencellige en meercellige organismen.

Geleedpotigen
  • Je benoemt de vier klassen van de geleedpotigen.
  • Je beschrijft bij elke klasse van een geleedpotige de kenmerken en benoemt een voorbeeld.

Gewervelden
  • Je benoemt de kenmerken die gebruikt worden om gewervelden in te delen.
  • Je benoemt de verschillen tussen gewervelde dieren.
  • Je geeft voorbeelden van uitzonderingen.




Slide 5 - Tekstslide

De afdeling eencelligen
- Bestaan uit één cel

- Voorbeeld 1: Amoebe
  • Schijnvoetjes
  • Fagocytose 
       (Grieks> phagos = etend)

- Voorbeeld 2: Pantoffeldiertje
  • Trilharen
  • Soort mond
  • Voedingsvacuole
  • Kloppende vacuole

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Afdeling geleedpotigen
Vier klassen

Duizendpoten:  
- Segmenten met  één of meer paar poten. 
- Vb. Duizendpoten of miljoenpoten.

Kreeftachtigen:
- Dieren die een kop-borststuk en een staartstuk hebben. 
-Aan het kop-borststuk zitten de poten vast. 
-Vb. kreeften, krabben en garnalen, maar bijvoorbeeld ook de pissebed.

Spinachtigen
-Acht poten aan kop-borststuk 
-Vb.  mijten (zoals huisstofmijt), schorpioenen en spinnen.

Insecten:
-kop
-borststuk
-achterlijf
-zes poten aan borststuk 
-verschillende ordes (kevers is de grootste orde)

Slide 8 - Tekstslide

Gewervelden
= alle dieren met een wervelkolom (ruggengraat).

  1. vissen
  2. amfibieën
  3. reptielen
  4. vogels
  5. zoogdieren
Indelen van gewervelden
  • de huid
  • de manier van ademhalen
  • de lichaamstemperatuur
  • de manier van voortplanting
  • het milieu (de omgeving) waarin het dier leeft

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
  • Oefen deze stof met de opgaven over eencelligen, geleedpotigen en gewervelden.

  • Je hoeft niet alle opdrachten te maken. Wees eerlijk tegenover jezelf en kijk wat je al goed kent en wat nog niet.

Slide 15 - Tekstslide