,

Herhalingsles 6.1, 6,2 en 6.3

Herhalingsles 6.1, 6,2 en 6.3
Wat waren we ook alweer aan het doen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles 6.1, 6,2 en 6.3
Wat waren we ook alweer aan het doen?

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Belasting op aankopen
Btw
Accijns
&
Milieuheffingen
Indirecte belastingen

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Belasting op aankopen

Slide 3 - Tekstslide

Percentages
 aantal goederen en diensten geldt het 0%-tarief

9% is het verlaagde btw-tarief. 

21% is het verhoogde btw-tarief.





Slide 4 - Tekstslide

Winkelprijs

De winkelprijs is de prijs die de consument in de winkel betaalt voor een product of dienst. Dit wordt ook wel de consumentenprijs genoemd. Het is de prijs die je aan de winkelier betaalt, inclusief btw.


consumentenprijs = verkoopprijs + btw

Slide 5 - Tekstslide

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21 = € 26,25
  2. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 6 - Tekstslide

Verkoopprijs inclusief btw
Een t shirt kost inclusief btw € 19,00. Op het t shirt zit 21% btw. Bereken de prijs zonder btw.
  • Prijs zonder btw = altijd 100%. 

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met btw
  • Formule: Prijs inclusief btw = prijs exclusief btw ÷ 100 x 121 (of 109)
  • Formule: Prijs exclusief btw = prijs inclusief btw ÷ 121 (of 109) x 100
  • Formule: Btw = prijs inclusief btw - prijs exclusief btw

Slide 8 - Tekstslide

Accijns (verbruiksbelasting)
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd

Tabak
Alcohol
Benzine

Slide 9 - Tekstslide

De hoogte van de motorrijtuigenbelasting hangt af van...
Het gewicht van de auto
Hoe zwaarder de auto hoe meer je betaald
De brandstof van de auto
Benzine(goedkoopst  LPG  Diesel (duurst)
Want een dieselrijder rijdt mee km’ers
De provincie waar de eigenaar woont
Een inwoner van Amsterdam betaald meer dan een inwoner van Hoogezand

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Een auto rijdt per jaar 13.000 km. De brandstof kost 1,66 per liter. Op 1 liter brandstof kan je 14 km rijden
Hoe hoog zijn de totale brandstofkosten?
Eerst uitrekenen hoeveel liter brandstof je nodig hebt
13.000 / 14 = 928,57 liter heb je nodig
928,57 (aantal liters)  x € 1,66 (brandstofprijs) = € 1.541,43
Wat is de kilometerprijs van deze auto?
€ 1.541,43 (Totale brandstofkosten) / 13000 km (totaal aantal km) = € 0,12 

Slide 13 - Tekstslide

Inkomsten van de gemeente
De gemeente Den Haag krijgt ieder jaar:
  • Geld van het Rijk (wordt betaald van belastingen)
  • Onroerende zaak belasting
  • Gemeentelijke belastingen en afvalstoffenheffing (en rioolheffing)



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Onroerende zaak belasting
Onroerend = kan niet van zijn plaats, zit vast aan de grond
Zaak = een ding

Onroerende zaak is een huis

Roerende zaken zijn bijvoorbeeld: auto, fiets, laptop etc.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
WOZ waarde = 320.000
Tarief= 0,2624%
Bereken de belasting in 2021
OZB = 320.000 : 100 x 0,2624 =839,68

Slide 17 - Tekstslide

Andere inkomsten van de gemeente
  • Parkeergeld
  • Hondenbelasting
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing
  • Leges zoals paspoorten, bouwvergunningen
  • Toeristenbelasting

Slide 18 - Tekstslide

Vragen hierover???

Slide 19 - Tekstslide