2.2 Voedingsstoffen

2.2. Voedingstoffen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.2. Voedingstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen:
- Je kunt de zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling: Hoe noem je dingen die je eet en drinkt?

Slide 4 - Open vraag

Herhaling: Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om goed te werken. Noem deze 2 van de 4 taken

Slide 5 - Open vraag

welke voedingsstoffen ken je allemaal al?

Slide 6 - Woordweb

voedingstoffen 
In voedingsmiddelen zitten voedingstoffen. 
- eiwitten
- koolhydraten
- vetten 
- water 
- mineralen 
- vitaminen 
Voedingstoffen

Slide 7 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen in je lichaam

Dierlijke producten
Melk - vlees - vis - ei

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

koolhydraten 
Dit is een brandstof. Of soms een bouwstof
Plantaardig eten
Brood - pasta - rijst

Slide 10 - Tekstslide

Glucose
Glycogeen
Wordt opgeslagen als reservestof in je lichaam
- In je lever en spieren

Slide 11 - Tekstslide

Vetten 
In eerste instantie zijn het vooral brandstof, maar ook een bouwstof.. 

Slide 12 - Tekstslide

Water
Water is een belangrijke bouwstof. Je lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water.

Water is nodig voor het vervoeren van stoffen in je lichaam. Zo bestaat bloed ook voor een groot deel uit water.

Slide 13 - Tekstslide

Mineralen zijn een bouwstof en een beschermende stof.


Mineralen

Slide 14 - Tekstslide

Vitaminen
Vitaminen zijn een bouwstof een beschermende stof. .

Als je te weinig hiervan eet dan word je ziek, maar bij een teveel aan vitaminen kun je ook ziek worden.


Slide 15 - Tekstslide

voedingsstoffen
hiernaast zie je een etiket van een zak unox-soep.
Welke van de voedingsstoffen moeten verteerd worden voor dat ze opgenomen kunnen worden in het bloed?
Deze voedingsstoffen staan op etiketten van eten. 
ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 

Slide 16 - Tekstslide

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn voedingstoffen?
A
alles wat je in de supermarkt kunt kopen
B
alles wat je drinkt
C
alles wat je eet
D
alles wat je drinkt en eet

Slide 18 - Quizvraag

Voedingstoffen heb je nodig om te...
A
Gespierder te worden , bepaalde ziektes voorkomen & op gezond gewicht te blijven
B
Groeien , minder te hoesten & op gezond gewicht te blijven
C
botbreuken voorkomen & op gezond gewicht te blijven
D
Groeien , bepaalde ziektes voorkomen & op gezond gewicht te blijven

Slide 19 - Quizvraag

Beschermende voedingstoffen zijn?
A
Vetten en mineralen
B
Vitamines en koolhydraten
C
Eiwitten en Koolhydraten
D
Vitaminen en mineralen

Slide 20 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 21 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 22 - Quizvraag

Deze voedingstoffen behoren tot:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 23 - Quizvraag

bekijk de afbeelding hiernaast.
noem de voedingsstoffen op die hierin zitten.

Slide 24 - Open vraag

exit ticket: Noem de 4 voedingsstoffen

Slide 25 - Open vraag

exit ticket: welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag!
Beginnen met opdracht 3 samen maken (blz 91)
 2.1  
(B)K opdrachten 1, 2, 4, 5 + 6
(K)G opdrachten 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8

Slide 27 - Tekstslide