de 70 woorden moet je van het Nederlands/Duits en van het Duits/Nederlands kennen.
Toepassen van de 1e en 4e naamval m.b.v. je grammatica spiekbrief. • DER-Gruppe + EIN-Gruppe + persoonlijk voornaamwoord • voorzetsels met de 4e naamval • voorzetsels met de 3e naamval • onderwerp (1e nv) en lijdend voorwerp (4e nv) kunnen benoemen in de zin