COPD en Astma

 COPD
Astma
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 COPD
Astma

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken dyspnoe
Benauwdheid kan worden veroorzaakt door problemen van
 het hart,
de longen,
het bloed,
de keel/neus regio

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent in jullie eigen bewoording COPD?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

COPD
  • Chronic Obstruction Pulmonary Disease
  • verzamelnaam voor de longaandoeningen: chronische bronchitis en emfyseem
  • COPD wereldwijde doodsoorzaak nr. 3 na hart- en vaatziekten en kanker?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Uitleg wat is COPD?
De rietjestest:
- Ik heb rietjes meegenomen. We gaan ervaren  hoe een zwaar COPD patiënt door het leven moet gaan.
- Adem 30 seconden lang door het rietje, in en uit, met je neus dichtgeknepen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

chronische bronchitis
  • ontsteking van de grotere luchtwegen.
  • toename van de slijmproductie.
  • later in het ziekteproces ook pus.
  • de ontsteking gaat over in littekenweefsel.
  • de longcapaciteit wordt sterk verminderd.
  • er treed een luchtwegobstructie op.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

emfyseem
  • normaal zijn de longen elastisch.
  • bij emfyseem wordt de elasticiteit van de weefsels  vernietigd.
  • longblaasjes gaan verloren, gasuitwisseling oppervlakte neemt af.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat kunnen symptomen zijn bij COPD?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

symptomen bij COPD
  • benauwdheid
  • hoesten
  • slijm ophoesten
  • kortademigheid
  • vermoeidheid
  • weinig spierkracht
  • gewichtsverandering

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oorzaken COPD
  • Roken
  • Astma, longontsteking en andere longziekten
  • Schadelijke stoffen, zoals houtstof, lijm en verfdampen
  • Luchtvervuiling, bijvoorbeeld door fijnstof
  • Erfelijke ziekten: een tekort aan een eiwit (Alpha-1-antitrypsine) wat het lichaam beschermt tegen schadelijke enzymen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke onderzoeken kan je doen om COPD te diagnosticeren? (plaats één foto)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderzoeken
  • longfunctie test
  • klinisch beeld
  • röntgenfoto
  • bloedbeeld
  • bloedgassen
  • ECG
  • meting van het eiwit alpha 1 (longbeschermer)
  • CT scan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GOLD classificatie
  • Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease (GOLD)
  • aanduiding van de ernst van COPD
  • 1 t/m 4 (licht, matig ernstig, ernstig, zeer ernstig)
  • werkt aan de hand van FEV1 (hoeveelheid lucht die maximaal uitgeademd kan worden)
  • bij COPD gaat dit moeilijk door verlies van de elasticiteit van de longen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

behandeling
  • stoppen met roken
  • medicatie
  • O2 toediening,
    let op kans ademhalingsdepressie!
  • longrevalidatie
  • (onbewezen) alternatieve
    behandeling

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie
  • luchtweg verwijderaars
  • corticosteroïden
  • antibiotica
  • antimycolytica
  • zuurstof

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ASTMA

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij astma:
A
zijn de longen af en toe ontstoken waardoor een astma-aanval op treedt
B
is er sprake van vernauwing van de longen door een allergie
C
zijn de bronchiën altijd ontstoken en reageren daardoor sterker op prikkels, waardoor een astma-aanval kan optreden
D
zijn de bronchiën ontstoken, maar je kunt er wel van genezen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verkrampte spiertjes: De spiertjes rondom de bronchiën trekken samen, het slijmvlies zwelt op en de slijmproductie neemt toe

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie vormen

  • Allergisch astma
  • Niet-allergisch astma 
  • inspanningsastma

     

Slide 24 - Tekstslide

Allergisch astma  atopisch astma --> overgevoeligheid voor allergenen, bijv. huisstofmijt, geuren, kou

Niet-allergisch astma  intrinsiek astma  parfum, weersomstandigheden, rook

Inspanningsastma  benauwd door lichamelijke inspanning

allergisch astma
 Bij deze soort ben je benauwd zodra je stoffen inademt waarvoor je allergisch bent. 
Het gaat bijvoorbeeld om stuifmeel, huisstofmijt of huidschilfers van huisdieren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet allergisch astma
Hierbij krijg je klachten van prikkels zonder dat je allergisch bent. 
Je kunt bijvoorbeeld benauwd worden van uitlaatgassen, rook, parfum of door weersomstandigheden

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inspanningsastma
Bij inspanningsastma word je benauwd als je je inspant, bijvoorbeeld als je sport. Je krijgt dan vooral klachten als je te snel in beweging komt
rustig beginnen, weersomstandigheden, stress

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verschil astma en COPD
- Bij astma is er sprake van aanvallen  
de vernauwingen zijn van tijdelijke aard en niet blijvend, zoals bij chronische bronchitis of longemfyseem
- leeftijd
- levensverwachting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicijnen kun je geven bij astma/COPD ?
A
luchtwegverwijders
B
ontstekingsremmer
C
luchtwegverwijders en onstekingsremmer
D
geen van beide

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prednison werkt heel goed tegen astma en COPD.
waarom krijgen patiënten dat dan niet standaard als onderhoudsbehandeling?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Het is eg duur en dus niet kosten effectief
B
Het geeft nare korte en lange termijn bijwerkingen
C
Inname is lastig , waardoor er dan voor iedere patiënt extra zorg nodig is
D
In verband met interactie met andere medicatie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ik vond deze les:
A
leuk
B
ok
C
matig
D
niet fijn

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies