taal, thema 3, les 2 (groep 7)
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
oefening 1, zin 2:
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Slide 2 - Open vraag
oefening 1, zin 3:
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Slide 3 - Open vraag
oefening 1, zin 4:
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Slide 4 - Open vraag
oefening 1, zin 5:
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Slide 5 - Open vraag
oefening 1, zin 6:
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Schrijf het bezittelijk voornaamwoord uit de zin op
Slide 6 - Open vraag
oefening 2, zin 2:
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Slide 7 - Open vraag
oefening 2, zin 3:
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Slide 8 - Open vraag
oefening 2, zin 4:
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Slide 9 - Open vraag
oefening 2, zin 5:
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Slide 10 - Open vraag
oefening 2, zin 6:
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
Schrijf het goede bezittelijk voornaamwoord op dat past in de zin
