Een gedicht bestaat uit versregels (1 regel in een gedicht) en strofes (zinnen die bij elkaar staan en bij elkaar horen). Een strofe is hetzelfde als een couplet in songtekst.
Elke versregel eindigt met een bepaalde klank. Elke klank krijgt een eigen letter. Zo analyseer je het hele gedicht. Je geeft ELKE KLANK een eigen letter uit het alfabet (een gedicht kan dus een rijmschema hebben van MEERDERE letters uit het alfabet).