In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Se voorbereiden
ARM & RIJK
Nigeria
VS
Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Start van de les
Hoe te leren?
Keuzemenu
Laatste vragen ronde
Afsluiting
Woordweb maken per hoofdstuk.
Zelftoetsen online maken
Toetsing op papier
LessonUp quiz met meerkeuze vragen maken
Slide 2 - Tekstslide
Hoe te leren?
Bekijk de titels / hoofdvragen / bronnen
Lees alles een keer door (splits dit op)
Leer de begrippen
Maak van de paragraaf een woordweb / samenvatting
Leer het woordweb / samenvatting
Bekijk nogmaals de begrippen
Oefen nog enkele vragen
Je bent er klaar voor
Uitlegvideo`s kijken en tegelijkertijd aantekeningen maken!
Leren voor de toets!
Tips!
Plan
Splits het leerwerk op.
Herhaal
Beloon
Schrijf Beweeg tussendoor Flitsen
Bekijk de titels / hoofdvragen / bronnen
Lees alles een keer door (splits dit op)
Leer de begrippen
Maak van de paragraaf een woordweb / samenvatting
Leer het woordweb / samenvatting
Bekijk nogmaals de begrippen
Oefen nog enkele vragen
Je bent er klaar voor
Slide 3 - Tekstslide
Razendsnelle vragen!
Wees snel anders is de tijd voorbij!
Razendsnelle vragen quiz
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een belangrijk exportproduct van Nigeria?
A
Aardolie
B
Steenkool
C
Goud
D
Rubber
Slide 5 - Quizvraag
Nigeria heeft .....
A
0 tot 20 miljoen inwoners
B
20 tot 100 miljoen inwoners
C
100 tot 200 miljoen inwoners
D
200 miljoen + inwoners
Slide 6 - Quizvraag
In Nigeria werkt de helft van de bevolking in de
A
landbouw
B
industrie
C
diensten
D
niet..
Slide 7 - Quizvraag
Welke klimaat komt niet voor in Nigeria
A
Tropisch Regenwoud
B
Sahara
C
Savanne
D
Steppe
Slide 8 - Quizvraag
Het klimaat in het zuiden van Nigeria
A
Steppeklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Tropisch regenwoud klimaat
D
Savanneklimaat
Slide 9 - Quizvraag
De levensverwachting in Nigeria is:
A
Hoog
B
Laag
C
gemiddeld
Slide 10 - Quizvraag
In het zuiden van Nigeria is de welvaart het hoogst.
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Het bnp staat voor
A
Bruto nationaal product
B
Breed nationaal product
C
Bruto nominaal product
D
Beste Nederlandse pepernoot
Slide 12 - Quizvraag
Er is een verschil tussen BNP en BNP per hoofd van de bevolking. Juist of Onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
De bijnaam van Detroit is "Motor City"
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Wat was de oorzaak van het verval van Detroit
A
bedrijven hebben geen inkomsten meer
B
er waren alleen mensen zonder scholing
C
automatisering
Slide 15 - Quizvraag
Wie vertrokken er vooral uit het centrum van Detroit?
A
Dat waren vooral de arme mensen
B
Dat waren vooral de Afro-Amerikanen
C
Dat waren vooral de rijke mensen
D
Dat waren vooral de ouderen
Slide 16 - Quizvraag
Detroit was dé autostad van de Verenigde Staten. Nu is het een stad met veel problemen.
‘Voor veel arme mensen in het centrum van Detroit is gezond eten te duur. Ze eten daarom vaak ongezond. De gezondheidsproblemen zijn daardoor toegenomen.’
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
‘Het onderwijs is slechter geworden. De stad Detroit krijgt tegenwoordig minder belasting binnen omdat er weinig fabrieken meer zijn en er minder rijke mensen wonen. Er is dus weinig geld voor goed onderwijs.’
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Hoe boller de curve van een Lorenzcurve hoe groter de
A
Gelijke inkomens
B
Inkomensongelijkheid
C
bevolking
D
bevolkingstoename
Slide 19 - Quizvraag
In welke wijk zullen meer koopwoningen staan?
A
Villawijk de Karpen
B
Arbeiderswijk Doornakkers
C
evenveel
Slide 20 - Quizvraag
Welke van de onderstaande antwoorden hoort bij welzijn?