Lezen startles tekstdoelen en 3 leesmanieren

Welkom
Fijn dat jullie er weer zijn! 

Ga rustig zitten, pak je spullen en log in op LessonUp. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Fijn dat jullie er weer zijn! 

Ga rustig zitten, pak je spullen en log in op LessonUp. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

Jullie stage

Deze periode Nederlands: leesvaardigheid

Opfrissen
Opdracht

Lesdoelen

  • Je komt weer in de modus van school en leren
  • Je kent de 3 leesstrategieën en kunt ze toepassen  
  • Je herkent de 6 verschillende tekstdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Kennismaken op stage
Kort de stage
bespreken!

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je deze periode doen?

De volgende toets NL gaat over leesvaardigheid. 60% van het examen NL bestaat uit Leesvaardigheid en daarnaast moet je bij andere vakken ook heel goed lezen. Waarom is lezen eigenlijk zo belangrijk?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leesmanieren
Niet elke tekst moet je op dezelfde manier lezen. Dat hangt af van wat jouw doel is met de tekst. Zo lees je een hoofdstuk van Economie heel anders dan de gebruiksaanwijzing van jouw mobiele telefoon. 

Er zijn 3 manieren om een tekst te lezen:

Slide 6 - Tekstslide

Weet je nog welke drie leesmanieren er zijn?

Slide 7 - Open vraag

Zoekend lezen
Je zoekt gericht naar informatie die je nodig hebt. Je leest niet de hele tekst

- Kijk naar de andere gedrukte woorden. 
- Let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 8 - Tekstslide

Verkennend lezen
Je onderzoekt of je de tekst wilt gaan lezen.

  • bekijk de titel en de bron
  • bekijk de afbeeldingen
  • lees de tussenkopjes
  • lees eventueel de inleiding

Slide 9 - Tekstslide

Grondig lezen
Je leest de hele tekst, want je wilt de tekst begrijpen.

  • denk aan wat je al weet 
  • stel vragen aan jezelf
  • probeer voor je te zien wat je leest

Slide 10 - Tekstslide

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien

Slide 11 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een tekst die je grondig moet lezen.

Slide 12 - Open vraag

Wat voor soort tekst zou jij verkennend lezen?
A
overzicht Netflix
B
theorie brommer examen
C
kookrecept
D
gebruiksaanwijzing iPhone

Slide 13 - Quizvraag

Tekstdoelen
Je begrijpt een tekst beter als je beseft met wat voor soort tekst je te maken hebt en wat het doel van de schrijver is. 
Er zijn  6 tekstdoelen:

Slide 14 - Tekstslide

Informeren
De schrijver wil informatie geven, je iets nieuws laten weten.


Slide 15 - Tekstslide

Uitleggen
De schrijver wil je iets uitleggen of je een instructie geven.


Slide 16 - Tekstslide

Mening geven
De schrijver wil zijn mening laten zien of de mening van anderen. 


Slide 17 - Tekstslide

Overtuigen 
De schrijver wil jou overtuigen van zijn mening. Hij kan je ook willen waarschuwen of adviseren.


Slide 18 - Tekstslide

Amuseren
De schrijver wil jou amuseren. Hij wil graag bepaalde gevoelens bij jou oproepen.


Slide 19 - Tekstslide

Activeren
De schrijver wil dat je iets gaat doen!


Slide 20 - Tekstslide

6 tekstdoelen
Maak een Word document aan
Ga naar de website van het bedrijf waar jij stage liep en beantwoord de volgende vragen:

Lever dit in aan het eind van de les via Teams; stage en de tekstdoelen

  1. Staat er informatie? Geef een voorbeeld.
  2. Staat er een mening? Geef een voorbeeld.
  3. Staat er instructie? Geef een voorbeeld.
  4. Staat er iets amuserends op de site? Wat dan? 
  5. Probeert de site je te activeren?


Zet de 6 tekstdoelen in een word-document en zet het juiste plaatje erachter. Mail jouw document naar mij: 

Slide 21 - Tekstslide

Ik ken 3 manieren om een tekst te lezen
Waar heb je het over?
Ik ken 1 manier om een tekst te lezen
Ik ken 2 manieren om een tekst te lezen
Ik ken 2 manieren om een tekst te lezen

Slide 22 - Poll

Op een schaal van 1 tot 5, in hoeverre denk je dat je de 6 tekstdoelen al kunt herkennen?
05

Slide 23 - Poll

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 24 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag