wonen in nederland paragraaf 3.1
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zoetermeer en Den Haag vormen samen een...
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 2 - Quizvraag
Wat wordt doorgaans als een stad gezien, Emmeloord of Wijchen?
A
Emmeloord
B
Wijchen
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 3 - Quizvraag
Wat zorgt voor een kleiner onderscheid tussen stad en platteland
A
het Groene Hart
B
verdichting in grote steden
C
ontwikkeling stadsgewest
D
urbanisatie
Slide 4 - Quizvraag
De reikwijdte van een voorziening op platteland is ... vergeleken met dezelfde voorziening in een stad.
A
groter
B
kleiner
C
hetzelfde
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt hier aangepakt van de voetbalvereniging in Zwammerdam?
A
De reikwijdte
B
Het draagvlak
C
De drempelwaarde
Slide 6 - Quizvraag
Waar kan een voorziening zich het beste vestigen?
A
Middelburg
B
Goes
C
Middelburg en Goes
D
Middelburg of Goes
Slide 7 - Quizvraag
Welke provincie is C?
(dus provincie met sterke bevolkingskrimp)
(dus provincie met sterke bevolkingskrimp)
A
Noord-Holland
B
Gelderland
C
Flevoland
D
Limburg
Slide 8 - Quizvraag
Welke kaart kan je gebruiken om afnemende leefbaarheid te verklaren?
A
sterftecijfer (sterftegevallen/1000)
2014
B
sald binnenlands migratie/1000 inw 2014
C
bevolkingsspreiding (aantal inw/km2) 2015
D
bevolkingsontwikkeling
2010-2020
Slide 9 - Quizvraag
Met welke kaart kan je het beste verklaren waarom Flevoland zo'n enorme bevolkingsgroei kent?
A
Bevolkingsgroei per provincie
B
Gemiddelde woningwaarde per provincie
C
Landaanwinning vanaf 1300
D
Geboortecijfers per provincie
Slide 10 - Quizvraag
Dit kan woonbeleid zijn in
A
een groeiende stad
B
groeiende plattelandsgemeente
C
een krimpende stad
D
krimpende plattelandsgemeente
