Medicatie en bolus injectie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen
  • Wat is een bolus injectie
  • Wat zijn jouw vpk observaties
  • Wat zijn de complicaties
  • Wat zijn jouw vpk acties hierop
  • Medicatie bij infusie 

Slide 2 - Tekstslide

Bolusinjectie
Direct inspuiten in de vene zonder een lopen infuus.

Slide 3 - Tekstslide

IV bolus injectie
Vaak een kraantje aan de venflon met bijspuit systeem.

Slide 4 - Tekstslide

Waar let je op als je een IV bolus injectie toedient?

Slide 5 - Open vraag

Bij toedienen van IV medicatie is het belangrijk om
A
Vooraf naar allergieën te vragen
B
Zelf te zorgen dat je er even bij kan zitten/niet gestoord hoeft te worden.
C
De zorgvrager goed observeren bij inspuiten voor indien er een reactie optreed.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quizvraag

Heparine zorgt ervoor:
A
Antistolling en voorkomt trombose vorming in oa infuuslijnen en vaten
B
Is een anti arritmica
C
Is een middel dat de lever stimuleert
D
bestaat helemaal niet

Slide 7 - Quizvraag

Heparine slot
Werd vroeger veel gebruikt als je de centrale infusen "afdopte".

Doordat er veel stollingsproblemen ontstonden is dat een wat achterhaalde methode.

Slide 8 - Tekstslide

Voordelen IV medicatie
  • Kan grote hoeveelheden tegelijk toedienen
  • Een gelijkmatige bloedspiegel
  • Je slaat het first pass effect over, het medicijn komt direct in de bloedbaan. (Wat je inspuit bereikt ook daadwerkelijk het bloed)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de term die je gebruikt als 2 medicaties invloed hebben op elkaars werking?

Slide 10 - Open vraag

Interactie
= wisselwerking op elkaar.

Het beïnvloed de werking van elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Voorkeurspositie voor een perifeer infuus
A
onderbeen
B
buik
C
onderarm
D
jugularis

Slide 12 - Quizvraag

Anticoagulantia
= antistollingsmiddelen

Voorbeelden:
  • Acenocoumarol (sintrom)
  • dabigatran (pradaxa)
  • rivaroxaban(xarelto)

Slide 13 - Tekstslide

Nadelen
Bij acenocoumarol ben je afhankelijk van je INR bepaling.
Deze moet bijna wekelijks worden bepaald dmv bloedafname.

Slide 14 - Tekstslide

INR
NR is een maat voor de stollingstijd van bloed, het staat voor International Normalized Ratio. Het geeft aan hoe snel het bloed stolt. Van nature is de INR waarde 1; een INR waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt.

Slide 15 - Tekstslide

Vragen??
Proeftoets: LessonUp of via Forms?

Slide 16 - Tekstslide