Bloed stolling les week 4/5

Erfelijke bloedziekten
thalassemie en sikkelcelanemie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Erfelijke bloedziekten
thalassemie en sikkelcelanemie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thalassamie
Oorzaak 
  • Hemoglobine wordt verkeerd aan gemaakt.
  • Niet genoeg gezonde rode bloedcellen ( erytrocyten)
  • Kan milde vorm of  ernstige vorm aanwezig zijn.
  • Is al bij de Geboorte aanwezig. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

htt://www.bioplek.org/animaties/bloed/stolling.html

Stollingscascade
INR
INR is een maat voor de stollingstijd van het bloed, het staat voor International Normalized Ratio. Het geeft aan hoe snel het bloed stolt. Van nature is de INR waarde 1; een INR waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de INR?
HOOG:
Kans op spontane bloedingen

LAAG:
Kans op stolsels
Risico op trombose

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Categorieën antistollingsmedicatie
  1. Trombocyten aggregatie remmers 
  2. Vitamine K antagonisten
  3. Directe werkende orale anticoagulantia (DOAC)
  4. Heparinen
  5. Trombolytica

Slide 25 - Tekstslide

1  ascal en plafix, trigla chloor - cardioologie  Remmen de tromnosuten 
levensduur van 5 tot 7 dagen. 
2 Vitamine K tegen werkres van vitamine ka -sintrom en marcoumar. 2 dagen 

Vitamina k na dag anders stollings factoren iv 
Cofact / ffp

3< Doac fact 10 - 2 predexa/ apixaban/ dabifatran 2 dagen stoppen voor ok 


3 Heperine factoor 10 - Fraxiparine 
Remmen factoor 10 


4 fibrine word afgebroken - plasmine 
 meer plasmine.
actylyse en embolie en trombose 
onder bewaking 
acuut gedreigd been.
Lokaal mogeijk liggen ic 

Categorieën antistolling medicijnen
  1. Trombocyten aggregatie remmers: Ascal-plavix 
  •  levens duur 5-7dagen
  • Remmen de trombocyten
  2. Vitamine K antagonist stopt de kettingreactie stolling factor  op cumarines: acenocoumarol en sintrom  
  •  2 dagen stoppen voor ok / ontregelde INR
  • Anders stollingen factoren geven iv ( Cofact / ffp
3. Direct werkende Doac werken op fact 10 en 2 
  • apixaban/predixa 
  • 2 dagen stoppen voor ok 
  • geen antagonist patiënt moet wachten voor ok 


Slide 26 - Tekstslide

1 ascal en plafix, trigla chloor - cardioologie Remmen de tromnosuten
levensduur van 5 tot 7 dagen.
2 Vitamine K tegen werkres van vitamine ka -sintrom en marcoumar. 2 dagen 
Vitamina k na dag anders stollings factoren iv
Cofact / ffp

3< Doac fact 10 - 2 predexa/ apixaban/ dabifatran 2 dagen stoppen voor ok 

Categorieën antistolling medicijnen
4. Heparine houdt de fibrinenetwerkvorming  tegen: heparine iv, of profylactische heparine  Fraxiparine 
  • factoor 10 - Fraxiparine3 Heperine factoor 10 - Fraxiparine
  • Remmen factor 10
5. Trombolytica de fibrinenetwerk wordt afgebroken.
  • Behandeling embolie of tromboze 
  • ic of onder zware monitoring 

Slide 27 - Tekstslide

1 ascal en plafix, trigla chloor - cardioologie Remmen de tromnosuten
levensduur van 5 tot 7 dagen.
2 Vitamine K tegen werkres van vitamine ka -sintrom en marcoumar. 2 dagen
Vitamina k na dag anders stollings factoren iv
Cofact / ffp
3< Doac fact 10 - 2 predexa/ apixaban/ dabifatran 2 dagen stoppen voor ok
3 Heperine factoor 10 - Fraxiparine
Remmen factoor 10
4 fibrine word afgebroken - plasmine
 meer plasmine.
actylyse en embolie en trombose
onder bewaking
acuut gedreigd been.
Lokaal mogeijk liggen ic

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Acenocoumarol is een voorbeeld van een middel dat de kettingreactie of cascade van stollingsfactoren remt.
Carbasalaatcalcium is een voorbeeld van een anti-trombocytenklonteringsmiddel ook wel aggregatieremmer genoemd.
Heparine remt de vorming van fibrine waarmee samen met de trombocyten de trombus of stolsel gevormd wordt.
Bron: Hartstichting. (z.d.). Antistollingsmedicijnen. Geraadpleegd op 28 mei 2020, van www.hartstichting.nl.


Als een bloedvat wordt beschadigd, zal het bloedvat snel vernauwen (vasoconstrictie). Dit gebeurt doordat kleine spieren in de vaatwand zich samentrekken. Hierdoor zal de hoeveelheid bloed die door het bloedvat stroomt sterk worden verminderd. Als een bloedvatwand beschadigd is, gaan de bloedplaatjes aan de beschadigde wand plakken. Dit komt door binding van de bloedplaatjes aan collageenweefsels die door de beschadiging bloot zijn komen te liggen. Daarnaast plakken de bloedplaatjes ook aan elkaar, aggregeren, en begint er zich een prop te vormen. Een prop bestaande uit bloedplaatjes wordt in het gat in het bloedvat geplaatst. Dit houdt maar enkele uren stand en moet dringend verstevigd worden door een netwerk van fibrinedraden. Dit netwerk wordt gevormd door de zogenaamde stollingscascade waarin de stollingseiwitten (stollingsfactoren) de hoofdrol spelen, het coagulatieproces. Uiteindelijk moet de trombus weer verwijderd of opgelost worden. Dit heet fibrinolyse.



Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies