De partijen die willen gaan regeren, de coalitie, hebben minimaal 76 zetels nodig om hun plannen door de Tweede Kamer te krijgen.
Slide 10 - Tekstslide
0
Slide 11 - Video
Regeerakkoord
Tijdens de formatie sluiten de coalitiepartijen een regeerakkoord. Hierin staat precies opgeschreven welke plannen kabinet tijdens zijn regeerperiode gaat uitvoeren.
Slide 12 - Tekstslide
Quiz time!!!
Slide 13 - Tekstslide
Formatie betekent:
A
het vormen van een nieuw kabinet
B
de uitslag van de verkiezingen
C
het opheffen van een kabinet
D
alle volksvertegenwoordigers bij elkaar
Slide 14 - Quizvraag
Wie bepaalt welke mensen er in de Tweede Kamer zitten?
A
Wij – door de verkiezingen
B
De Koning
C
De ministers
Slide 15 - Quizvraag
Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer?
A
Elke 2 jaar
B
Elke 4 jaar
C
Elke 6 jaar
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je een land waarin mensen op andere mensen stemmen die hen dan vertegenwoordigen?
A
Dictatuur
B
Parlementaire democratie
C
Vertegenwoordigersland
Slide 17 - Quizvraag
Wat is democratie?
A
Dat er één persoon de baas is over het land
B
Dat de macht bij het volk ligt
C
Dat niemand macht heeft
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
75
C
200
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de taak van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer?
A
De ministers controleren
B
Zorgen dat alle burgers zich netjes gedragen
C
Verkiezingen organiseren
Slide 20 - Quizvraag
Wie beslist er of het Nederlandse leger meedoet aan een vredesmissie in een ander land?
A
Europese Unie
B
Tweede Kamer
C
Gemeenteraad
Slide 21 - Quizvraag
Wie bedenken meestal de wetten in Nederland?
A
Leden van de Eerste Kamer
B
Burgers
C
Ministers
Slide 22 - Quizvraag
Wie bepaalt of wetten worden ingevoerd?
A
Ministers
B
Daar mogen we allemaal over stemmen
C
De leden van de Tweede en Eerste Kamer
Slide 23 - Quizvraag
Zijn ze het in de Tweede Kamer altijd met elkaar eens?
A
Ja, want ze horen allemaal bij elkaar
B
Ja, want ze willen allemaal het beste voor ons land
C
Nee, want ze horen bij verschillende partijen
Slide 24 - Quizvraag
Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan gaan de prinsen spelletjes doen op TV
B
Dan bezoekt de Koning de Eerste en de Tweede Kamer
C
Dan leest de Koning de plannen van de regering voor het komende jaar
voor
Slide 25 - Quizvraag
Hoe oud moet je zijn om in Nederland te mogen stemmen?
A
17 jaar
B
18 jaar
C
21 jaar
Slide 26 - Quizvraag
Wie heeft de leiding over de Tweede Kamer?
A
Niemand – er is wel een voorzitter die zorgt dat er goed vergaderd wordt
B
De grootste politieke partij
C
De minister-president
Slide 27 - Quizvraag
Kun jij ook je ideeën naar voren brengen in de Tweede Kamer?
A
Nee, daar hebben ze het veel te druk voor
B
Ja, je kunt altijd zo de vergaderzaal in een meepraten
C
Ja, je kunt altijd met leden van de Tweede Kamer mailen, bellen of
afspreken