Grammatica lesgeven in twee- of drietallen

Welkom A2D
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom A2D

Slide 1 - Tekstslide

Doel
- Je duikt zelf in een onderwerp van grammatica en legt dat uit aan klasgenoten.

Slide 2 - Tekstslide

Presentaties
Finn, Isa, Madelief & Ali

Slide 3 - Tekstslide

Groepen dinsdag 25 februari
1. Khamar, Phillip, Boaz (werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde blz. 154-157)
2. Yesim, Minke, Nout (lijdend, meewerkend en voorzetselvoorwerp blz.  158-160)
3. Saar en Manou (bijwoordelijke bepaling blz. 162-163)
4. Doris en Eliza (telwoord en voegwoord blz. 181).
5. Ruben, Minthe, Yasmin (werkwoorden blz. 176-177)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig.

Het woord ‘musical’ is een….
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 6 - Quizvraag

De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig.

Het woord ‘speelt' is een….
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 7 - Quizvraag

De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig.

Het woord ‘van' is een….
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quizvraag

De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig.

Het woord ‘vijftig' is een….
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 9 - Quizvraag

De musical Sunset Boulevard speelt zich af in het Hollywood van de jaren vijftig.

Het woord ‘de' is een….
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 10 - Quizvraag

Noteer de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.

Vandaag heb ik geen tijd.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de lidwoorden op van deze zin en geef aan of het lidwoord een bepaald of een onbepaald lidwoord is.

Er hangt een foto aan de muur.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende zin.

Zij aten het Fries suikerbrood aan de ovale tafel.


Slide 13 - Open vraag

Noteer de voorzetsels uit de volgende zin.

In de jaarlijkse ledenvergadering sloeg de voorzitter met de vuist op tafel.


Slide 14 - Open vraag

Is er in de volgende zin sprake van een hulpwerkwoord, een zelfstandig werkwoord of beide?

Laatst heb ik wel 15 kilometer gelopen!


Slide 15 - Open vraag

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Hij staat achteraan in de rij te wachten.

Slide 16 - Open vraag

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Wij hadden een heel fijne vakantie.

Slide 17 - Open vraag

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

De hele dag scheen de zon oogverblindend fel.

Slide 18 - Open vraag

Benoem de onderstreepte woordsoorten.
Kies uit: znw, bnw, blw, olw, hww, zww, vz, bw.

Slide 19 - Open vraag

Benoem de onderstreepte woordsoorten.
Kies uit: znw, bnw, blw, olw, hww, zww, vz, bw.

Slide 20 - Open vraag

Benoem de onderstreepte woordsoorten.
Kies uit: znw, bnw, blw, olw, hww, zww, vz, bw.

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
Maak opdrachten van de aftekenlijst van grammatica. Dinsdag na de vakantie moet de tweede les alles af en nagekeken zijn.

Slide 22 - Tekstslide