Weer en klimaat 2.2 (theorie)

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2 De plaats op aarde en de temperatuur
Leerdoelen
  • Je weet hoe dag en nacht ontstaan
  • Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen
  • Je weet hoe de seizoenen ontstaan
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat

Slide 2 - Tekstslide

Probeer in je eigen woorden uit te leggen hoe dag en nacht ontstaan?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

  • Aarde draait in 24u om de aardas 

  • De aardas staat scheef
  • Aarde draait in 24u om eigen as: Aardas
  • Daarom gaat de zon in het gebied bij Noord-/Zuidpool één of meerdere dagen per jaar niet onder!

Slide 5 - Tekstslide

Zuidpool en Noordpool

Slide 6 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de evenaar?
A
Een denkbeeldige lijn die de aarde in noord en zuid verdeeld
B
Dat is een sterrenbeeld
C
Dit zorgt voor evenwicht in de aarde

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Ligt Nederland boven of onder de evenaar?
A
Boven, dus op het noordelijk halfrond
B
Onder, dus op het zuidelijk halfrond

Slide 9 - Quizvraag

Dampkring / atmosfeer dunne luchtlaag om de 
aarde (10km dik)
Bij de evenaar: recht op de aarde
- kortste weg van de zon naar de aarde
- hogere temperatuur
Bij de polen: schuin op de aarde
- langere weg van de zon naar de aarde
- lagere temperatuur
- poolgebied is tot aan de poolcirkels

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

- De aarde draait dus in 24u (1 dag!) om haar eigen as
- Aarde draait in één jaar om de zon
- Juni: noordelijk halfrond het meeste zonlicht
- December: noordelijk halfrond het minste zonlicht
- 21 maart en 21 september: zon precies boven
   de evenaar (lente en herfst)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Weer: Toestand van de atmosfeer
- temperatuur, neerslag, wind, zonneschijn
- Op een bepaald moment
- Op een bepaalde plaats
- Kan van dag tot dag veranderen
- het weerbericht in de krant/tv
Klimaat: Gemiddelde weer (temperatuur, neerslag)
- Groot gebied
- Meting over periode van 30 jaar
- Veranderingen zie je pas na tientallen of honderden jaren

Slide 14 - Tekstslide

Klimaat
Weer
Het regent nu heel hard!
Het gaat de hele week vriezen
Gemiddeld is het in de zomer 23 graden
Het regent gemiddeld weinig in de zomer

Slide 15 - Sleepvraag

Dag en nacht ontstaan door het draaien van de aarde en het zonlicht dat op de aarde schijnt
A
Niet waar
B
Waar

Slide 16 - Quizvraag

We hebben te maken met zomer en winter omdat de aarde een beetje schuin naar de zon is gedraaid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk: maken §2.2
  • Je weet hoe dag en nacht ontstaan
  • Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen
  • Je weet hoe de seizoenen ontstaan
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat

Slide 18 - Tekstslide