9: op school in eigen land en in Nederland
1 / 22
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
hoeveel jaar ben je in je eigen land naar school geweest?
Slide 2 - Woordweb
woorden in de lijst
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Aschen is naar een avondschool geweest
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
In regel 8 en 9 staat: maar DAT was te kort om goed te leren lezen en schrijven in mijn eigen taal. Wat was te kort?
A
negen maanden op de avondschool
B
vijf jaar in nederland
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Fariba ging altijd lopend naar school.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Lees regel 48 t/m 50. Wanneer wil Fariba in Nederland gaan werken?
A
Ze wil meteen werk gaan zoeken en heel lang werken.
B
Ze wil eerst nog de taal heel goed leren en een beroep leren.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Abraham vindt dat de leraar streng moet zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
In regel 73 staat: 'als jullie me nu helpen...' wie moeten Abraham helpen?
A
zijn docenten
B
zijn kinderen
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Nesrin heeft als kind in verschillende landen gewoond.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
In regel 87 staat: 'Die vind ik soms brutaal' Wie vindt Nesrin erg brutaal?
A
De kinderen in Iran
B
De kinderen in Turkije
C
De kinderen in Nederland
D
De kinderen in Irak
Slide 21 - Quizvraag
wat heb je geleerd?
