Onderdeel 4 Internationale ontwikkeling

Lesstof Centraal Examen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Lesstof Centraal Examen

Slide 1 - Tekstslide

BESPREKEN THEORIE
Hoofdstuk 5 en 6

Wil je dit niet neem je de samenvatting door van hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6. Staat onder content hoofdstuk 5 en 6

Slide 2 - Tekstslide

Nederland en Internationale handel

Slide 3 - Tekstslide

Open en gesloten economie
  • Een land dat veel invoert en uitvoert heeft een open economie.
  • Een land dat bijna niet invoert en uitvoert heeft een gesloten economie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Dekkingsgraad van export en import
Wat is de dekkingsgraad = de mate waarin een land de import kan betalen van de export is te bepalen door de dekkingsgraad uit te rekenen

De dekkingsgraad = export : import x 100

Slide 6 - Tekstslide

Betalingsbalans ( overzicht van alle betalingen van en naar buitenland)
  • Als je meer exporteert dan importeert dan heb je een overschot op de betalingsbalans
  • Als je meer importeert dan exporteert dan heb je een tekort op de betalingsbalans

Slide 7 - Tekstslide

Bruto binnenlands product
  • Het BBP (bruto binnenlands product) is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land
  • Als het BBP toeneemt, neemt de welvaart van het land toe

Slide 8 - Tekstslide

Voordelen van import en export

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De Europese Unie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

De drie vrij verkeer dingetjes moet je kennen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Europese Monetaire Unie

Slide 18 - Tekstslide

EMU
De Europese Monetaire unie.
Binnen de EU ook EMU. 

Niet alle landen van de EU zitten in de EMU.

Alleen de landen die de euro hebben horen bij de EMU. De Eurozone.


Slide 19 - Tekstslide

Voordelen en Nadelen EMU
Voordelen
Geld wisselen hoeft niet
Prijzen vergelijken is gemakkelijk
Geen stijging van prijzen door wisselkoersen

Nadeel : minder zelfstandig economisch beleid voeren


Slide 20 - Tekstslide

ECB
Taken van de ECB
  • De waarde van de euro bewaken
  • Inflatie bestrijden door de rente te verhogen 
  • Nieuwe bankbiljetten in omloop brengen 
  • Zorgt voor goed en soepel betalingsverkeer in de Eurozone


EUROPESE CENTRALE BANK (ECB)

Slide 21 - Tekstslide

Rentebeleid ECB
De ECB kan de rente veranderen.
  • Rente omhoog --> consumenten gaan meer sparen en minder lenen. Gevolg: vraag naar producten daalt en de inflatie daalt.
  • Rente omlaag --> consumenten gaan minder sparen en meer lenen. Gevolg: vraag naar producten stijgen en inflatie stijgt.

Slide 22 - Tekstslide

Wisselkoersen

Slide 23 - Tekstslide

Wisselkoers

De wisselkoers is de ‘prijs’ van een vreemde munteenheid uitgedrukt in Euro's  

Slide 24 - Tekstslide

Wisselkoers 
Verandering van de wisselkoers heeft invloed op de handel van Nederland. Stel de wisselkoers van de Euro gaat omhoog. 

Gevolg is dat je dan met minder Euro's meer dollars kopen.

Nederlandse concurrentie positie verslechtert. ( Export wordt duurder)
Export daalt , want Nederland wordt duurder
Inflatie daalt, want Nederland importeert goedkopere producten
Werkgelegenheid daalt, want Nederland importeert meer en exporteert minder


Slide 25 - Tekstslide

Oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Oorzaken van Armoede
  • Ongunstig klimaat
  • Onvruchtbare grond 
  • Gebrek aan kennis /slechte scholing
  • Gebrek aan technische ontwikkeling 
  • Natuurrampen /conflicten
  • Oorlogen /corruptie
  • Protectiemaatregelen 
  • Armoede 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Ruilvoet
Ruilvoet geeft aan hoeveel een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid te kunnen importeren.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Inkomen en welvaart

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Globalisering
Globalisering:
toename van wereldwijde contacten en wereldwijde handel

Multinationals:
Bedrijven die in verschillende landen over heel de wereld actief zijn (Mac Donalds, IKEA, Shell) 


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Gebonden en ongebonden hulp
Gebonden hulp
= Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden  
  • bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Gunstig
Werkgelegenheid in Nederland
Winst van Nederlandse Bedrijven

Ongebonden hulp = zonder voorwaarden land mag zelf beslissen

Slide 44 - Tekstslide

Bilaterale hulp

Hulp van één land rechtstreeks aan een ander land.
Nederland helpt bijvoobeeld Ghana op deze manier.

Slide 45 - Tekstslide

internationale instellingen
Organisaties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) geven gewone leningen aan ontwikkelingslanden.
 ​Dat gebeurt vaak tegen gunstige voorwaarden, zoals een lage rente of een langere periode van terugbetalen. Ook wordt soms de lening (of een deel ervan) kwijtgescholden.

VN verenigde naties. Opvang vluchtelingen, armoedebestrijding
WTO : wil lagere invoerrechten


Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Particulieren kunnen helpen door
  • Fairtrade
  • Beleggen in microkrediet
  • Geld doneren of vrijwilligerswerk

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Microkrediet
- Niet lenen bij banken
- Gegeven door hulporganisaties
- Gunstige voorwaarden (lage rente, lange periode -> soms kwijtgescholden)

Slide 50 - Tekstslide