6.4

Deze les:
Economie in Europa

- Na deze les weet je hoe en vrije markteconomie werkt
- Na deze les kun je het verschil tussen een vrije markteconomie en een planeconomie uitleggen.
- Na deze les weet je hoe de economie in Europa werkt.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
Economie in Europa

- Na deze les weet je hoe en vrije markteconomie werkt
- Na deze les kun je het verschil tussen een vrije markteconomie en een planeconomie uitleggen.
- Na deze les weet je hoe de economie in Europa werkt.

Slide 1 - Tekstslide

Markt
Elke plek waar je dingen koopt en verkoopt = Verhandelen
- Een supermarkt
- Een markt
- Een winkelcentrum
- Een website (marktplaats.nl)
- Een veiling
- Internationale markt (uit een ander land)

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de onderstaande omschrijvingen is géén bevolkingskenmerk?
A
85% van de mensen is protestant.
B
Men spreekt er Grieks.
C
Het gemiddelde inkomen is €20.600
D
De hoogste berg is 1258 meter hoog.

Slide 3 - Quizvraag

Markt
Als jij iets wilt kopen      -> Vraag


Iets kopen uit een ander land                   -> Import (Invoer)
Alle geimporteerde producten samen ->  Invoerwaarde


Slide 4 - Tekstslide

Markt
- Als jij iets wilt verkopen      -> Aanbod


- Iets verkopen naar een ander land     -> Export (Uitvoer)
Alle geexporteerde producten samen -> Uitvoerwaarde

Slide 5 - Tekstslide

Vrije markteconomie
Een markt die werkt met vraag en aanbod
Bedrijven produceren producten waar vraag naar is.

Past bij kapitalisme (Westblok)

Slide 6 - Tekstslide

Planeconomie
Een markt waar de overheid de baas is
Bedrijven produceren wat de overheid wilt.

Past bij het communisme (Oostblok)

Slide 7 - Tekstslide

De EU
Binnen de EU hoef je niet extra te betalen voor import of export
Buiten de EU wel.

Handelen in de EU is dus erg makkelijk.

Door de open grenzen kan je makkelijk in een ander land werken, of een bedrijf beginnen.

Slide 8 - Tekstslide

Stel: Jij wilt een frikandellenbroodje kopen.
Dit is een voorbeeld van....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 9 - Quizvraag

De Jumbo verkoopt frikandellenbroodjes.
Dit is een voorbeeld van .....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 10 - Quizvraag

De frikandel is in Nederland te krijgen, maar de curry wordt uit Duitsland gehaald. Dit is een voorbeeld van ....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 11 - Quizvraag

Moet Jumbo extra betalen om de curry te importeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

De waarde van alle curry die naar Nederland worden geïmporteerd bij elkaar is de ....
A
Uitvoerwaarde
B
Invoerwaarde

Slide 13 - Quizvraag

In de VS is vraag naar frikandellenbroodjes, maar ze hebben geen curry en geen frikandellen. De Jumbo verkoopt deze aan de VS. Hier is sprake van.....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 14 - Quizvraag

Moet de Amerikaanse winkels extra betalen om de frikandellenbroodjes te importeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

De waarde van alle frikandellenbroodjes die naar de VS worden geëxporteerd bij elkaar is de ....
A
Uitvoerwaarde
B
Invoerwaarde

Slide 16 - Quizvraag

De iPhone is er populair onder jongeren. Telefoonwinkels importeren veel iPhones.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 17 - Quizvraag

De Chinese overheid laat 300.000 namaak-iPhones produceren.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 18 - Quizvraag

Iedereen loopt in dezelfde trui, omdat elke winkel alleen die trui verkoopt
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 19 - Quizvraag

Iedereen loopt in een trui van Daily Paper, omdat dat merk erg populair is.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide