bezittelijke voornaamwoorden deel 3

Bezittelijke voornaamwoorden
deel 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bezittelijke voornaamwoorden
deel 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

mijn
jouw
zijn
haar
hun
onze
jullie
uw
mein
unser
ihr (m.v.)
ihr (e.v.)
sein
Ihr
dein
euer

Slide 4 - Sleepvraag

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk en vrouwelijk
B
vrouwelijk en onzijdig
C
mannelijk en onzijdig
D
vrouwelijk en meervoud

Slide 5 - Quizvraag

mijn boek (Buch = O)
A
mein Buch
B
meine Buch

Slide 6 - Quizvraag

onze school (Schule = V)
A
unser
B
unsere

Slide 7 - Quizvraag

haar vriend (Freund)
A
ihr Freund
B
ihre Freund

Slide 8 - Quizvraag

zijn eten
A
sein Essen
B
seine Essen

Slide 9 - Quizvraag

uw dochter
A
Ihr Tochter
B
Ihre Tochter

Slide 10 - Quizvraag

jullie pasta
A
euer Nudeln
B
eure Nudeln

Slide 11 - Quizvraag

mijn patat
A
mein Pommes
B
meine Pommes

Slide 12 - Quizvraag

jouw ijs
A
dein Eis
B
deine Eis

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:
jullie eten

Slide 14 - Open vraag

jouw broer
A
dein Bruder
B
deine Bruder

Slide 15 - Quizvraag

haar zus
A
ihr Schwester
B
ihre Schwester

Slide 16 - Quizvraag

uw zoon
A
Ihr Sohn
B
Ihre Sohn

Slide 17 - Quizvraag

onze kat
A
unser Katze
B
unsere Katze

Slide 18 - Quizvraag

mijn cavia
A
mein Meerschweinchen
B
meine Meerschweinchen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:
mijn cola

Slide 20 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling van:
zijn lievelingslied

Slide 21 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling van:
zijn fruit

Slide 22 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling van:
jullie menukaart

Slide 23 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling van:
onze rekening

Slide 24 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling van:
hun aardappelen

Slide 25 - Open vraag

Wat is de juiste vertaling van:
jouw patat

Slide 26 - Open vraag

Waarmee moet je rekening houden bij het gebruik van een bezittelijk vnw in het Duits?

Slide 27 - Woordweb

Ende

Slide 28 - Tekstslide