Le futur- uitleg

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les 
kun je de futur proche + 
futur simple toepassen 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Futur proche of Futur simple?
Je vais parler à mon père.

Tu trouveras la solution.

Slide 4 - Tekstslide

Wie kan nu het verschil vertellen tussen de futur proche en de futur simple?


Slide 5 - Tekstslide

Le futur
In het Frans kun je dus twee toekomende tijden onderscheiden:

Le futur proche ('nabije toekomst'): 
Je vais travailler (= Ik ga werken)

Le futur simple ('toekomst'): 
Je travaillerai (= Ik zal werken)

Slide 6 - Tekstslide

Futur proche = aller + infinitif

Slide 7 - Tekstslide

futur proche

Slide 8 - Tekstslide

Le futur simple - de uitgangen
Werkwoorden op ir        - op er                   -op re
Je               choisirai          mangerai             prendrai
Tu               choisiras         mangeras            prendras
Il/elle/on  choisira           mangera              prendra
Nous         choisirons      mangerons         prendrons
Vous          choisirez         mangerez           prendrez
Ils                choisiront      mangeront          prendront

Slide 9 - Tekstslide

Au travail

- oef 13 + 14 in WB maken
- Slim Stampen met Voc A + B

Slide 10 - Tekstslide

            Toetsen bij Chapitre 3:

- SO gramm. C + G + I = 20 feb
- SO Voc A,B,E,F,H = 5 mrt
- Dossieropdracht 

Slide 11 - Tekstslide