2.1 Stoffen in huis

Stoffen in huis
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaSkMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stoffen in huis

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke stoffen zijn er
bij jou thuis?

Slide 3 - Woordweb

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. vier stofeigenschappen benoemen.
  2. stoffen herkennen aan hun eigenschappen.
  3. groepen stoffen indelen.
  4. uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
  5. de betekenis van gevarensymbolen benoemen. 

                             Stoffen in huis

Slide 4 - Tekstslide

Stoffen en materialen
Water, hout en steen zijn stoffen uit de natuur. 
Stof worden gebruikt om materialen te maken.
Materiaal wordt gebruikt om een product te maken.

Natuurlijke en synthetische materialen 
  • Natuurlijke materialen zijn materialen van natuurlijke oorsprong.
  • Synthetische materialen zijn materialen die je met chemische processen uit grondstoffen moet maken. 
Hoofdstuk 2 Stoffen
                            2.1 Stoffen in huis

Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijk
Synthetisch

Slide 6 - Sleepvraag

Stoffen herkennen
Sommige stoffen lijken erg veel op elkaar. 

Hoofdstuk 2 Stoffen
                             2.1 Stoffen in huis

Slide 7 - Tekstslide

Stoffen ordenen
Stoffen herkennen aan stofeigenschappen:
Geur
Kleur
Smaak
Brandbaarheid

Hoofdstuk 2 Stoffen
                        2.1 Stoffen in huis

Slide 8 - Tekstslide

Stoffen herkennen
Stoffen kunnen er hetzelfde uit zien. Je kunt een stof niet altijd herkennen door alleen te kijken. Combineer het altijd met:
- voelen
- schudden/kwispelen
- voorzichtig ruiken,
maar pas op!!

Slide 9 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen kun je ook aantonen door onderzoek te doen:
- brandbaarheid
- oplosbaarheid
- dichtheid
- kookpunt/smeltpunt

Slide 10 - Tekstslide

Wel stofeigenschappen
Geen stofeigenschappen
geur
kleur
oplosbaarheid
brandbaarheid
kookpunt
vorm
massa
smaak
volume

Slide 11 - Sleepvraag

Stofgroepen
Stoffen met dezelfde toepassing zet je bij elkaar.
Waar je de stof voor gebruikt.
- Voedingsmiddelen
- Medicijnen
- Schoonmaakmiddelen
- Brandstoffen
- Bestrijdingsmiddelen

Slide 12 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid
Stoffen kunnen soms gevaarlijk zijn;
  • als je de stof inademt 
  • als je de stof inslikt
  • als je de stof op je kleren, huid of ogen krijgt
  • als je met vuur bij de stof komt
  • als je de stof mengt met een andere stof 

Slide 13 - Tekstslide

Stoffen en veiligheid
Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je de gevaren van een stof kent.
Gevaarlijke stoffen:
kindveilige doppen.
Hoofdstuk 2 Stoffen
                         2.1 Stoffen in huis

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de stofeigenschappen van koffie?
A
Temperatuur en smaak
B
Smaak en kleur
C
Kleur en temperatuur
D
Kleur en prijs per kilo

Slide 15 - Quizvraag

De stofeigenschappen van alcohol zijn:
A
Gewicht en geur
B
Kleur en geur
C
Brandbaarheid en geur
D
Kleur en brandbaarheid

Slide 16 - Quizvraag

Corrosief
Schadelijk
Giftig
Explosief
Ontvlambaar

Slide 17 - Sleepvraag

Doelen
Als het goed is kun je nu:
1. vier stofeigenschappen benoemen.
2. stoffen herkennen aan hun eigenschappen.
3. groepen stoffen indelen.
4. uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
5. de betekenis van gevarensymbolen benoemen. 

Hoofdstuk 2 Stoffen
                      2.1 Stoffen in huis

Slide 18 - Tekstslide