2.1 Leven in de grote stad

2.1 Leven in de grote stad
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.1 Leven in de grote stad

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een stad?
Schrijf de definitie van een stad eens op.






Hoeveel procent van de mensen in de wereld woont in de stad, denk je?

Wat zijn de 10 grootste steden ter wereld?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Indeling CBS
  • Niet stedelijk
  • Weinig stedelijk
  • Matig stedelijk
  • Sterk stedelijk
  • Zeer sterk stedelijk

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer noem je een plek een stad? Vraag het eens aan Canada.. Of aan Japan...
Canada (38 miljoen): Wij noemen een plaats een stad, zodra de plek 1000 of meer inwoners telt.

Italië (59 miljoen): Wij noemen een plaats een stad, zodra de plek 10.000 of meer inwoners telt.

 Japan (125  miljoen): Wij noemen een plaats een stad, zodra de plek meer dan 50.000 inwoners telt. 


Slide 8 - Tekstslide

Wat is een stad?
Een stad heeft vier kenmerken:
  1. een bepaald, per land verschillend, aantal inwoners.
  2. een hoge bevolkings- en bebouwingsdichtheid, vaak met hoogbouw.
  3.  een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector.
  4. een groot aantal voorzieningen (winkels, werk, onderwijs, bestuur) voor het gebied rond de stad

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor stad is deze stad?
Hoofdstad: belangrijkste stad van een land op politiek en economisch gebied

Megastad: een stad met meer dan 10 miljoen inwoners. https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_grootste_metropolen

Wereldstad: een stad met veel inwoners én is voor een groot deel van de wereld een belangrijk centrum, op het gebied van economie, cultuur, en politiek.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan de slag!
We lezen de tekst. Daarna ga je aan de slag met de volgende opdrachten:

Groep A ( lager dan 5.5, dus onvoldoende): Alle opdrachten  + herhaling 

Groep B (5.5-7.5): Alle opdrachten + verdieping

Groep C: verkorte leerroute + verdieping

Onderstreept = verplicht

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video