3.4 Schrijven en formuleren - deel 1

Welkom bij Nederlands!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Je hebt en blok aan je been
Je valt altijd met de deur in huis.

Slide 3 - Poll

Toets
De leesteksten
staan in
magister bij huiswerk
of toets.

Slide 4 - Tekstslide

Wat je in deze les leert uit 3.3 Lezen en 3.4 Schrijven & Formuleren ... 
1.  Vragen over de toets over 3.3 Lezen? Alineaopbouw!
2. Tekstsoort: Verslag
3. Opbouw verslag
4. Hoe schrijf je een goede inleiding?



Slide 5 - Tekstslide

Wat vind je nog lastig uit 3.3 Lezen?

Slide 6 - Woordweb

Alineaopbouw
De kernzin = 
De belangrijkste zin van een alinea. De zin met de belangrijkste informatie van de alinea. 
Meestal de 1e, 2e of laatste zin.

De rest van de alinea =
Uitleg, uitwerking of voorbeelden bij de kernzin

Slide 7 - Tekstslide


Voorbeeld kernzin

Slide 8 - Tekstslide

De kernzin als tweede zin van de alinea
Het is een unieke eenmalige uitzondering benadrukt Diergaarde Blijdorp. Maar dinsdag mochten vier Antilliaanse leguanen met het regeringsvliegtuig van Rutte meereizen. Ze komen naar Nederland voor een fokprogramma.

Slide 9 - Tekstslide

Waar ging jouw laatste verslag over?

Slide 10 - Woordweb

Wat zijn kenmerken van een verslag?

Slide 11 - Woordweb

3.4 Schrijven & Formuleren, blz. 158-160

Een verslag

  • Je beschrijft wat je hebt meegemaakt of onderzocht.
  • Je informeert anderen met feiten. 
  • Voeg belangrijke of interessante dingen toe om het verslag interessant voor de lezer te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe bepaal je de inhoud van een verslag?
  • De inhoud bepaal je door de 5W1H-vragen te gebruiken.
  • De feiten vertel je in chronologische volgorde.
  • Gebruik signaalwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de tekstopbouw van een verslag?
Driedeling:
1. Inleiding: In meestal één alinea de aandacht van de lezer trekken door een vraag, grapje of aanleiding voor het schrijven noemen. Maar ook het onderwerp noemen.
2. Kern: Feiten, meerdere alinea's met deelonderwerpen.
3. Slot: In meestal één alinea geef je een korte samenvatting, conclusie, advies, maar geen nieuwe informatie meer.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe schrijf je een goede inleiding?
Je wilt als schrijver de lezer overhalen om verder te lezen. 

Begin met iets wat de aandacht van de lezer trekt als 'binnenkomer'. Zoals een vraag of een persoonlijk verhaaltje.
En geef informatie over het onderwerp.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding
Voor het eerst dit jaar hebben we een wedstrijd gewonnen en dat nog wel van de nummer twee. Wat was ons geheime wapen?

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding
Mijn moeder trok wit weg toen ze mij recht op het hekje af zag stormen met mijn mountainbike. Ze zag me al over de kop slaan. Ze wist natuurlijk niet dat ik de hele dag had geoefend met bunny-hoppen.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding

Slide 18 - Tekstslide

Wat?
§ 3.4 Schrijven & Formuleren: opdrachten 2, 3, 5bc, 6
Hoe?
Online Ta!ent
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel
Tekstsoort verslag, tekstopbouw maken, goede inleiding schrijven
Klaar?
Daltontaak week 6
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat weet je nu?
https://schooltv.nl/video/het-klokhuis-cosplay/

Slide 20 - Tekstslide

Raadsel van de dag
Wil je verkleed gaan als je favoriete stripfiguur of filmheld?
Zoek naar de naam van deze verkleedpartij!

Slide 21 - Tekstslide

Hoe heet het als je verkleed gaat als je favoriete held?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video