3.4 Schrijven en formuleren - deel 1

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

§ 3.4 Schrijven & Formuleren
- Een informatief verslag schrijven -

  • Je beschrijft wat je hebt meegemaakt of onderzocht.
  • Het doel is anderen informeren met feiten. 
  • Voeg belangrijke of interessante zaken toe om het verslag boeiend voor de lezer te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bepaal je de inhoud van een verslag?

  • De inhoud bepaal je met de 5W1H-vragen.
  • Vertel de feiten in chronologische volgorde.
  • Gebruik signaalwoorden van tijdsvolgorde: toen, daarna, vervolgens, uiteindellijk.

Slide 3 - Tekstslide

Driedeling in de tekstopbouw van een verslag
Inleiding: In meestal één alinea trek je de aandacht van de lezer door een vraag, grapje of reden te vertellen . Maar ook noem je het onderwerp. 

Kern: Feitelijke informatie over wat je hebt meegemaakt of onderzocht in meerdere alinea's.

Slot: In meestal één alinea geef je een korte samenvatting, je mening, conclusie, advies. Maar NOOIT nieuwe informatie.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je een goede inleiding?
Je wilt als schrijver de lezer aanzetten om verder te lezen. Dus, begin met iets opvallends wat de aandacht van de lezer trekt. Zoals een vraag of een persoonlijk verhaaltje. Dat noem je een 'binnenkomer'. Maar geef ook informatie over het onderwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding
Voor het eerst dit jaar hebben we een wedstrijd gewonnen en dat nog wel van de nummer twee. Wat was ons geheime wapen?

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding
Mijn moeder trok wit weg toen ze mij recht op het hekje af zag stormen met mijn mountainbike. Ze zag me al over de kop slaan. Ze wist natuurlijk niet dat ik de hele dag had geoefend met bunny-hoppen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de tekstopbouw van een informatief of zakelijk verslag?
A
Inleiding + kern + slot
B
Inleiding + slot
C
Inleiding + kern
D
Kern + slot

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een 'binnenkomer'?
A
Een carnavalslied
B
Met de deur in huis vallen
C
Aandacht van de lezer trekken
D
Een koekje

Slide 9 - Quizvraag

Welke signaalwoorden passen bij een tekstverband met een tijdsvolgorde?
A
ook, eerst, daarna
B
daarna, voordat, eerst
C
eerst, dus, daarnaast
D
nooit, eerder, eerst

Slide 10 - Quizvraag

Wat?
§3.4 Schrijven & Formuleren: maak opdrachten 3ab, 5bc, 6b, 9a, 10gh

Hoe?
Leerwerkboek of thuis online in Ta!ent
Hulp?
Schrift en boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel
Kenmerken verslag, tekstopbouw, een goede inleiding schrijven
Klaar?
Daltontaak week 4

Slide 11 - Tekstslide