Klimaten van Europa B-K 1.11

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog
van het weer en 
klimaat?
Even nadenken!!!!!!!!
???

Slide 2 - Tekstslide

Weer

Hoe het nu is 

Weer is veel dingen samen
Atmosfeer (lucht)
Luchtvochtigheid
Neerslag (regen, sneeuw)
Temperatuur
Bewolking
Wind

Klimaat

Hoe het over een langere tijd was (jarenlang)

Een gemiddelde van de 
temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, bewolking en wind.

Slide 3 - Tekstslide

Weerelementen:



  • .


Slide 4 - Tekstslide

📍 Klimaat Nederland
Gematigd zeeklimaat
De kenmerken zijn:
1.
2.
3.
 

Slide 5 - Tekstslide

Klimaatgrafiek
J t/m D zijn maanden
rode lijn = temperatuur (zeeklimaat nooit onder 0, landklimaat wel!)

Blauwe staafjes = de neerslagverdeling

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Je weet wat een klimaatzones is.
2. Je leert dat er v erschillende klimaten binnen Europa zijn.
3. Je weet welke factoren invloed hebben op het klimaat.

Slide 7 - Tekstslide

Klimaten, klimatengrafieken, klimaatzones. Poeh.
Geef mij maar wat lekker wat modder om in te kruipen.
Het wordt mij te koud.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De 5 temperatuurfactoren 
of klimaatfactoren.

Slide 11 - Tekstslide

Temperatuur- of klimaatfactor 1:
De breedteligging

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoge en lage breedte

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Temperatuur- of klimaatfactor 2
De hoogteligging

Slide 18 - Tekstslide

Hoogteligging
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000 meter: -6 °C kouder

  • De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen!


De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 19 - Tekstslide

Hoogteligging
Algemene regel: 
Hoe hoger hoe kouder. 
 Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 20 - Tekstslide

Hoogteligging en temperatuur

Slide 21 - Tekstslide

Temperatuur- of klimaatfactor 3:
Ligging van gebergtes

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ligging van gebergte
Algemene regel: 
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.

Slide 24 - Tekstslide

Berg als klimaatscheiding

Slide 25 - Tekstslide

Zwitserse Alpen

Slide 26 - Tekstslide

Temperatuur- of klimaatfactor 4:
De gesteldheid van het aardoppervlak
Is het land of water?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 31 - Tekstslide

Temperatuur- of klimaatfactor 5
Warmtetransport door wind en water

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 37 - Tekstslide

Controlevragen
1. Wat zijn klimaatzones?
2. Wat zijn klimaatfactoren of temperatuurfactoren?
3. Schrijf de 5 klimaat- of temperatuurfactoren op.
4. Met hoeveel graden daalt de temperatuur als je 100  meter omhoog gaat?
5. Leg uit wat de ligging van een gebergte te maken heeft met de temperatuur.

Slide 38 - Tekstslide