AFP HIV en AIDS

Infecties en infectieziekten
AFP periode 3
Zorgpad ziekteleer 
Leerpad 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Infecties en infectieziekten
AFP periode 3
Zorgpad ziekteleer 
Leerpad 1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • HIV en AIDS

Slide 2 - Tekstslide

Werkpad

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Pathogene-micro organismen: 
  • Griep (influenza) wordt veroorzaakt door het influenzavirus
  • Waterpokken worden veroorzaakt door het varicellavirus
  • Covid-19 wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV2
  • Kinkhoest wordt veroorzaakt door de Bordetella pertussis-bacterie
  • Leverontsteking wordt veroorzaakt door het Hepatitis-B-virus
  • Koortslip wordt veroorzaakt door het virus Herpes simplex







Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

HIV
De afkorting hiv betekent Human Immunodeficiency Virus, oftewel: ‘Menselijk virus dat de afweer afbreekt’.

Naar schatting leven er in Nederland zo'n 25.000 mensen met hiv.
Daarvan weet 30% niet dat hij/zij hiv heeft.


Slide 7 - Tekstslide

Wat is HIV en wat is AIDS?
  • Aids is een ernstige dodelijke ziekte
  • Hiv is het virus dat aids veroorzaakt
  • Hiv breekt stap voor stap het afweersysteem af dat je beschermt
  • Je spreekt van aids als je lichaam niet meer kan vechten tegen infecties, die je normaal gesproken wel de baas zou zijn
  • Iemand met aids wordt alsmaar zwakker en vatbaarder, waaraan hij/zij zonder behandeling zou sterven

Slide 8 - Tekstslide

Hoe loop je HIV op?

Slide 9 - Woordweb

Hoe loop je HIV op? NL
In 95% van de gevallen onveilig seksueel contact

  1. Onveilig seksueel contact
  2. Gebruikte naalden
  3. Als baby van een hiv-positieve moeder
  4. Via een bloedtransfusie 
  5. Prikken aan een naald/spuit met hiv besmet bloed


Slide 10 - Tekstslide

HIV bevind zich in:
  • Bloed
  • Moedermelk
  • Sperma
  • Vaginaal vocht

Slide 11 - Tekstslide

Welke tips zou je kunnen geven om een HIV besmetting te voorkomen?

Slide 12 - Open vraag

AIDS
Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome (‘Verkregen ziekte waarbij de afweer niet werkt’).

Je lichaam wordt steeds zwakker omdat het door hiv geen beschermlaag meer heeft tegen aanvallen van buitenaf. Infecties die je lichaam zonder hiv zo zou 'opruimen', slaan nu keihard toe. Zo wordt een eenvoudige verkoudheid al snel een gevaarlijke longontsteking.

Slide 13 - Tekstslide

HIV test
De HIV test wordt vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Ook gratis bij de GGD.

Meestal is men pas 3 maanden na de besmetting HIV positief (seropositief)

De arts of verpleegkundige heeft altijd een zwijgplicht 


Slide 14 - Tekstslide

Richtlijnen van het verzorgen van een aids patiënt

  • Was altijd goed je handen met zeep, ook als je handschoenen gebruikt!
  • Plak wondjes op je handen af
  • Draag een schort wanneer er bloed bij komt kijken
  • Bescherm slijmvliezen van mond en neus met een mondkapje als er kans is dat er bloed gespat gaat worden
  • Gebruikte naalden, mesjes en andere scherpe voorwerken meteen in de naaldencontainer gooien
  • Oppervlakte met bloed meteen desinfecteren
  • Incontinentiemateriaal, tampons, verband, pleisters en andere materialen waar bloed aan zit, eerst in een afvalzak gooien en dichtknopen en daarna pas in de container gooien.

Slide 15 - Tekstslide

Behandeling HIV
  • Sinds 1996 is er een behandeling mogelijk met aids remmers
  • Eén tot twee pillen per dag op een vast tijdstip
  • Meerdere combinaties mogelijk
  • In geval van resistentie volgt een andere combinatie

Slide 16 - Tekstslide

Elke dag gaan er wereldwijd ruim 2000 mensen dood omdat ze geen medicijnen krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke SOA is NIET te genezen d.m.v. antibioticum
A
HIV/AIDS
B
Chlamydia
C
Gonorroe
D
Syfilis

Slide 19 - Quizvraag

Je kan HIV/AIDS krijgen door te zoenen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet

Slide 20 - Quizvraag

Hiv kan aids worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waaraan is Queen zanger Freddy Mercury overleden?
A
Hij is verdronken
B
aan HIV/AIDS
C
auto-ongeluk
D
Hartaanval

Slide 22 - Quizvraag

Kun je genezen van hiv/aids?
A
Ja, met hiv-remmers
B
Nee, dat is niet mogelijk

Slide 23 - Quizvraag