In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Infecties en infectieziekten
AFP periode 3
Learnbeat H29 ziekteleer
Leerpad 29.1
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Pathogene-micro organismen:
Griep (influenza) wordt veroorzaakt door het influenzavirus
Waterpokken worden veroorzaakt door het varicellavirus
Covid-19 wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV2
Kinkhoest wordt veroorzaakt door de Bordetella pertussis-bacterie
Leverontsteking wordt veroorzaakt door het Hepatitis-B-virus
Koortslip wordt veroorzaakt door het virus Herpes simplex
Slide 3 - Tekstslide
a-pathogene micro-organisme zijn...
A
niet -ziekteverwekkend
B
wel- ziekteverwekkend
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer is een oppertuun organisme ziekteverwekkend?
A
Alleen wanneer die sterk genoeg is
B
Alleen wanneer die daar de kans voor krijgt
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt er bedoelt met een porte d'entrée?
A
Poortjes in de huidlaag
B
Plek waar micro-organismen verzamelen
C
Plek waar micro-organisme het lichaam binnenkomt
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
HIV
De afkorting HIV betekent Human Immunodeficiency Virus, oftewel: ‘Menselijk virus dat de afweer afbreekt’.
Naar schatting leven er in Nederland zo'n 25.000 mensen met HIV.
Daarvan weet 30% niet dat hij/zij HIV heeft.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is HIV en wat is AIDS?
AIDS is een ernstige dodelijke ziekte
HIV is het virus dat aids veroorzaakt
HIV breekt stap voor stap het afweersysteem af dat je beschermt
Je spreekt van AIDS als je lichaam niet meer kan vechten tegen infecties, die je normaal gesproken wel de baas zou zijn
Iemand met AIDS wordt alsmaar zwakker en vatbaarder, waaraan hij/zij zonder behandeling zou sterven
Slide 9 - Tekstslide
Hoe loop je HIV op?
Slide 10 - Woordweb
Hoe loop je HIV op? NL
In 95% van de gevallen onveilig seksueel contact
Onveilig seksueel contact
Gebruikte naalden
Als baby van een hiv-positieve moeder
Via een bloedtransfusie
Prikken aan een naald/spuit met hiv besmet bloed
Slide 11 - Tekstslide
HIV bevind zich in:
Bloed
Moedermelk
Sperma
Vaginaal vocht
Slide 12 - Tekstslide
Welke tips zou je kunnen geven om een HIV besmetting te voorkomen?
Slide 13 - Open vraag
AIDS
Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome (‘Verkregen ziekte waarbij de afweer niet werkt’).
Je lichaam wordt steeds zwakker omdat het door hiv geen beschermlaag meer heeft tegen aanvallen van buitenaf. Infecties die je lichaam zonder hiv zo zou 'opruimen', slaan nu keihard toe. Zo wordt een eenvoudige verkoudheid al snel een gevaarlijke longontsteking.
Slide 14 - Tekstslide
HIV test
De HIV test wordt vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Ook gratis bij de GGD.
Meestal is men pas 3 maanden na de besmetting HIV positief (seropositief)
De arts of verpleegkundige heeft altijd een zwijgplicht
Slide 15 - Tekstslide
Richtlijnen van het verzorgen van een aids patiënt
Was altijd goed je handen met zeep, ook als je handschoenen gebruikt!
Plak wondjes op je handen af
Draag een schort wanneer er bloed bij komt kijken
Bescherm slijmvliezen van mond en neus met een mondkapje als er kans is dat er bloed gespat gaat worden
Gebruikte naalden, mesjes en andere scherpe voorwerken meteen in de naaldencontainer gooien
Oppervlakte met bloed meteen desinfecteren
Incontinentiemateriaal, tampons, verband, pleisters en andere materialen waar bloed aan zit, eerst in een afvalzak gooien en dichtknopen en daarna pas in de container gooien.
Slide 16 - Tekstslide
Behandeling HIV
Sinds 1996 is er een behandeling mogelijk met aids remmers
Eén tot twee pillen per dag op een vast tijdstip
Meerdere combinaties mogelijk
In geval van resistentie volgt een andere combinatie
Slide 17 - Tekstslide
Elke dag gaan er wereldwijd ruim 2000 mensen dood omdat ze geen medicijnen krijgen.