Het Vijfkrachten Model van Porter

Het Vijfkrachten Model van Porter

Leerdoel

Aan het einde van de les ben je in staat om het Vijfkrachten Model van Porter uit te leggen.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet je al over het Vijfkrachten Model van Porter?

Introductie

Het Vijfkrachten Model is een strategisch raamwerk dat helpt bij het begrijpen van de concurrentie in een industrie.

Geef een korte introductie over het onderwerp en vermeld de belangrijkste doelen van het model.

Kracht 1: Bedreiging van nieuwe toetreders

Nieuwe bedrijven die in de markt komen, kunnen de bestaande bedrijven bedreigen.

Leg de eerste kracht uit en geef enkele voorbeelden.

Kracht 2: Onderhandelingskracht van leveranciers

Leveranciers die een sterke onderhandelingspositie hebben, kunnen de winstgevendheid van een bedrijf verminderen.

Beschrijf de tweede kracht en geef enkele voorbeelden.

Kracht 3: Onderhandelingskracht van afnemers

Klanten die een sterke onderhandelingspositie hebben, kunnen invloed uitoefenen op de prijs en kwaliteit van producten of diensten.

Beschrijf de derde kracht en geef enkele voorbeelden.

Kracht 4: Bedreiging van substituten

Substituten zijn producten of diensten die kunnen worden gebruikt in plaats van de producten of diensten van een bepaald bedrijf.

Leg de vierde kracht uit en geef enkele voorbeelden.

Kracht 5: Rivaliteit tussen bestaande concurrenten

De concurrentie tussen bestaande bedrijven kan de winstgevendheid van een bedrijf verminderen.

Beschrijf de vijfde kracht en geef enkele voorbeelden.

Toepassing van het Vijfkrachten Model

Het Vijfkrachten Model kan worden gebruikt om de concurrentiepositie van een bedrijf te bepalen en om strategische beslissingen te nemen.

Leg uit hoe het model kan worden toegepast en geef enkele voorbeelden.

Samenvatting

Het Vijfkrachten Model is een nuttig raamwerk om te begrijpen hoe concurrentie werkt in een bepaalde industrie en helpt bij het nemen van strategische beslissingen.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.